| 33199 |
aardappelziekten |
krol:
krǭl (L318b Tungelroy),
krolziekte:
krǫlzēkdjǝ (L318b Tungelroy)
|
Door de intensieve cultuur van aardappelen en omdat men de pootaardappelen won uit de oogst van eigen veld van het jaar ervoor, was de aardappelplant bijzonder vatbaar voor allerlei ziekten. Het aantal ziekten is dan ook zeer groot en het aantal opgaven voor aardappelziekten navenant. Aan de hand van de opgaven is hier de volgende indeling aangehouden: schimmel- en bacterieziekten, virusziekten en voedingsziekten, telkens, waar mogelijk met enkele onderafdelingen. De bijzonderheden worden in het corpus van het lemma gegeven. Vergelijk ook het WBD, I, aflevering 8, 1478-1480. [N 12, 8; monogr.]
I-5
|
| 33482 |
aardbei |
aardbeer:
aerdbeer (L318b Tungelroy),
éérdbeer (L318b Tungelroy),
WLD
airbeer (L318b Tungelroy)
|
aardbei || De bekende, fris smakende rode vrucht van de aardbeienplant (aadbissem, aardbeer, aardbees, jaarbees, aardbezie, freis). [N 82 (1981)] || Hoe noemt u: aardbei (fragaria) - fam. rosaceae [N 71 (1975)]
I-7
|
| 20735 |
aardbeienvlaai |
aardberenvlaai:
Syst. WBD
éérbeerevlaaj (L318b Tungelroy)
|
Vla met vulling van aardbeien [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 24922 |
aarde, grond |
aarde:
aerd (L318b Tungelroy),
moer:
moer (L318b Tungelroy)
|
aarde, grond || donkerbruin vruchtbaar zand met water [get] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 18905 |
aarden |
aard krijgen:
aard kriege (L318b Tungelroy),
aarden:
aarde (L318b Tungelroy),
are (L318b Tungelroy)
|
zich op een andere plaats waar men zich gevestigd heeft, thuis gaan voelen [aarden, de aard krijgen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19509 |
aardewerk |
aardewerk:
aerdewerk (L318b Tungelroy)
|
aardewerk (eerdegoed, gleiwerk) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 17653 |
aars |
gat:
gaat (L318b Tungelroy)
|
aars, darmuitgang [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 17654 |
aarsspleet |
reet:
reet (L318b Tungelroy)
|
aarsspleet tussen de billen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 24073 |
aartsbisschop |
aartsbisschop:
aartsbissjop (L318b Tungelroy),
aartsbussjop (L318b Tungelroy)
|
Een aartsbisschop [ärtsbiskop]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23897 |
aartsengel |
aartsengel:
aartsingel (L318b Tungelroy)
|
Een aartsengel (zoals Gabriël, Michaël, Rafaël). [N 96D (1989)]
III-3-3
|