e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijshout, bonenstaak erwtenrijs: erteriezer (Urmond), rijs: ries (Urmond), riezer (Urmond, ... ) Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)], [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)] || rijzen (mv.) [SGV (1914)] I-7
rijstebrij rijstebrij: Syst. WBD  riestebrie (Urmond), rijstepap: riestepap (Urmond) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
rijstevlaai rijstevlaai: riestevlaaj (Urmond), rijstvlaai: Syst. WBD  riesvlaai (Urmond) Vla bedekt met spijs van rijst [N 16 (1962)] III-2-3
rijtuig geveer: gǝvēr (Urmond) Personenvoertuig, waarbij niet de huifkar bedoeld wordt. Gezien het feit dat het hier om zaken gaat die reeds lang verdwenen zijn, is de verwarring rond de dialecttermen groot. Dit lemma is samengesteld uit de antwoorden op algemene vragen als "hoe noemt u een tweewielig rijtuig" die geen betrekking hebben op een specifieke soort. Ook de meer algemene antwoorden die in N 101 bij de vragen naar bepaalde soorten rijtuigen opgegeven werden, zijn hier verwerkt. De veel voorkomende opgaven "koets" en "sjees", de bekendste vier- en tweewielige rijtuigen, zijn in de betreffende lemmata opgenomen. [N 101, 1-14; N G 51; L 1 a-m; L 28, 24; L 36, 70; LA 288; S 18, 30; Wi 16; monogr] I-13
rikken (kaartspel) rikken: rikken (Urmond) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
ringen, randen verwijderen van peulvruchten ringen: rengen (Urmond) [N Q (1966)] I-7
ringmus kaats: kaatsj (Urmond), mus: mösj (Urmond), møͅš (Urmond), veldmus: veljdmösj (Urmond), vèltmös (gew.uitspr.) (Urmond) Hoe heet de ringmusch? [DC 06 (1938)] || ringmus || ringmus (14 bijna gelijk aan de huismus, maar chocoladepetje en -plekje op de wang; broedt meer in hol hout; vaak op trek in flinke troepen [N 09 (1961)] III-4-1
ringrijden, ringsteken ringsteken: renkstèken (Urmond) ringsteken [SGV (1914)] III-3-2
ringrups rups: WLD  ropsj (Urmond) ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)] III-4-2
ringvinger ringvinger: ringvingər (Urmond) Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, iedekje, pillepoort). [N 84 (1981)] III-1-1