21446 |
stortplaats |
stort:
stòrt (Q014p Urmond)
|
de plaats waar vuilnis gestort mag worden [stort] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17901 |
stoten |
stoten:
stoaten (Q014p Urmond),
stuiken:
stoekən (Q014p Urmond)
|
stoten, stuiken [SGV (1914)] || Stoten: een schokkende of krachtige duw geven (stoken, stuiken). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18846 |
stoutmoedig |
durven:
dorrəvən (Q014p Urmond)
|
heel veel durf hebbend [frank, boud, stout] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20534 |
stoven |
smelten:
smeeljə (Q014p Urmond),
smoren:
smorən (Q014p Urmond)
|
stoven; Hoe noemt U: Met weinig vet op laag vuur gaar laten worden (smoeren, stoven, wallen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
33805 |
straal |
straal:
strǭl (Q014p Urmond)
|
Veerkrachtig eeltweefsel, enigszins in de vorm van een pijlpunt (mnl. straal: pijl), dat de driehoekige ruimte van de achterrand van de steunsels van een paardehoef opvult. Tilt men de hoef op, moet er een goed ontwikkelde straal te zien zijn. Beginnend bij de bal van de voet en in één punt uitlopend naar de teen werkt de straal als een antislipmechanisme. Zie afbeelding 5. [JG 1a, 1b; N 8, 33 en 34]
I-9
|
21249 |
straat |
straat:
stroat (Q014p Urmond)
|
straat [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
19538 |
straatbezem |
bezem:
bessem (Q014p Urmond),
stratenbezem:
straotebéssem (Q014p Urmond)
|
bezem, hard, gebruikt voor ruwer werk, zowel binnen- als buitenshuis (harde bezem) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21213 |
straatgoot |
goot:
göt (Q014p Urmond)
|
een geul langs de weg waarlangs afvalwater kan wegstromen [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20301 |
straf geven |
straf geven:
ps. deels omgespeld volgens Frings.
stroaf [gɛ̄ven (Q014p Urmond),
straffen:
stroaven (Q014p Urmond)
|
straf geven [SGV (1914)] || straffen [SGV (1914)]
III-2-2
|
18776 |
streng |
strang:
strang (Q014p Urmond),
straŋk (Q014p Urmond)
|
Een streng garen, een gewonden en veelal ineengedraaide bundel waarin garen in de handel komt. De woordtypen lood, half lood, loodje en onsje duiden op een bepaalde hoeveelheid gewicht garen. [N 62, 56c; L 7, 58; L 28, 14; Gi 1.IV, 25; MW; S 36; monogr.] || niet toegevend, weinig vrijheid veroorlovend, stipt oordelend volgens wet of voorschrift [strak, streng, hard] [N 85 (1981)]
II-7, III-1-4
|