e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opeenschuiven schuiven: sjuffe (Vaals) stroppen: Op elkaar schuiven (stroppen). [N 84 (1981)] III-1-2
opereren opereren: operiere (Vaals) Opereren: een operatie verrichten (vlijmen, snijden). [N 84 (1981)] III-1-2
ophouden met het werk op-hren (< du.): op hure (Vaals) ophouden met werken [afscheiden, uitscheiden, ophouden] [N 85 (1981)] III-1-4
opletten oppassen: op passe (Vaals) aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)] III-1-4
oplettend wach-zaam: wargzaam (Vaals) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
opmaken opmaken: jɛlt drop tsə ma:xə (Vaals), op māxə (Vaals) geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
opper hoop: (mv)  hø̄u̯f (Vaals), huist: hūst (Vaals), mijt: mīt (Vaals) De grootste soort hooihoop in het veld. [N 14, 112 en 111 add.; JG 1a, 1b, 2c; A 10, 20; A 16, 3b; A 42, 20b; L 38, 38b; monogr.] I-3
oprecht eerlijk: ierlisch (Vaals) alles bedoelend zoals gezegd wordt, welmenend [rechtzinnig, oprecht] [N 85 (1981)] III-1-4
oprispen opstoten: oopsjtŏĕsse (Vaals), rupsen: rupsje (Vaals), røpžə (Vaals) Hoe noemt men in uw dialekt oprispen, opbreken van eten of drinken? [DC 47 (1972)] || Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] III-1-2
opscheppen aangeven: a-jeve (Vaals), stuiten: šty(3)tə (Vaals, ... ), Van Dale: III. stuiten, (gew.) pochen, bluffen, snoeven, opsnijden.  sjtutte (Vaals) opscheppende taal [blaai, paf, ambras, stoef] [N 85 (1981)] || pochen (zich op iets beroemen) [ZND B1 (1940sq)] || zich op iets beroemen, hoog van iets opgeven, groot spreken [blozen, blazen, schochten, stoefen, mensen, zwetsen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1