e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broer broeder: bruër (Vaals, ... ), broer: brōēr (Vaals), bruer (Vaals), brūr (Vaals), 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1  brôêr (Vaals) broeder [DC 05 (1937)] || broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2
broers en zusters (coll. niet gebruiken geschwister (du.): geschwister (Vaals) zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05] III-2-2
bromtol brommer: Ook wel als in het Nederl. bromtol.  brommer (Vaals), bromtol: I/II: Ander woord niet bekend.  bromtol (Vaals), Ook wel als in het Nederl. bromtol.  bromtol (Vaals) Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. I. als deze van hout en door een timmerman was gemaakt? [DC 24 (1953)] III-3-2
bron kwel: kwel (Vaals) bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] III-4-4
bronstig berig: bīrǝž (Vaals) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
brood brood: broeëd (Vaals), bruet (Vaals), bruët (Vaals), brôêt (Vaals), met hoedje û op de u  brūt (Vaals) brood [DC 03 (1934)], [DC 39 (1965)], [RND] III-2-3
broodoven oven: ǫvǝnt (Vaals), ǭvǝnt (Vaals) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
brouwer brouwer: brø̜̄jǝr (Vaals) De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.] II-2
brug brug: brək (Vaals) brug [RND] III-3-1
bruid bruid: brūūt (Vaals) bruid [DC 05 (1937)] III-2-2