18180 |
hak van een schoen |
hak:
de hak van de schoon (Q101p Valkenburg),
den hak (Q101p Valkenburg),
hak (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
pollevie:
Lat. pulvinus, Sp. polevi.
polvie, pollevie (Q101p Valkenburg)
|
hak aan schoenwerk || hak van de schoen [N 07 (1961)] || hak van een schoen [pollevie, plevie, hiel] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18791 |
haken |
haken:
hoake (Q101p Valkenburg)
|
haken (ww.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
28863 |
haken en ogen |
krammen en ogen:
krɛm ɛn ǫwgǝ (Q101p Valkenburg),
krammen en oogje:
krɛm ɛn ø̜jxskǝ (Q101p Valkenburg)
|
Kleine metalen haakjes en ringetjes die, langs de zomen van kledingstukken genaaid, dienen om deze te sluiten. [N 62, 51; L 1a-m; L 24, 40b; L 49, 25; MW; S 11]
II-7
|
33301 |
hakken, wieden met de hak |
hakken:
hakǝ (Q101p Valkenburg)
|
Met een hak de grond tussen (rijen van) opgroeiende planten bewerken, met het doel deze luchtig te maken en van onkruid te zuiveren. [N 15, 5; JG 1a, 1b; monogr.]
I-5
|
19692 |
hakmes |
heep:
hièèp (Q101p Valkenburg),
zeissele:
zeisele (Q101p Valkenburg)
|
hakmes, soort zware sikkel || heep (bijl) [SGV (1914)]
III-2-1
|
33153 |
haksel |
haksel:
hɛksǝl (Q101p Valkenburg)
|
Het kortgehakte stro, op de snijbok of in de hakselmachine, werd vroeger, samen met haver, gekookt en aan de beesten gevoerd. Als het iets grover gesneden was werd het ook wel als strooisel in de potstal gebruikt. Zie ook het lemma ''bussel kort stro'' (6.1.29). Zie voor de fonetische documenatie van het woorddeel [stro] het lemma ''stro'' (6.1.24). [JG 1b, 2c; L 1, a-m; L 26, 11; S 12; Wi 51; monogr.]
I-4
|
17810 |
halen |
halen:
hoale (Q101p Valkenburg)
|
halen [SGV (1914)]
III-1-2
|
20343 |
half- of stiefbroer |
halfbroer:
haufbroor (Q101p Valkenburg),
hawfbroor (Q101p Valkenburg),
halve broer:
hauve broor (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
hauvə broor (Q101p Valkenburg),
stiefbroer:
sjteefbroor (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
sjteefbroor (Q101p Valkenburg)
|
half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20344 |
half- of stiefzuster |
halfzuster:
haufzuuster (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
hawfzuuster (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
haufzustər (Q101p Valkenburg),
stiefzuster:
sjteefzuuster (Q101p Valkenburg),
mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening
sjteefzustər (Q101p Valkenburg)
|
half- of stiefzuster [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
23622 |
halfmis |
halfmis:
haufmès (Q101p Valkenburg)
|
Het moment waarop de mis op de helft is, wat de duur betreft [halfmis, hauvermès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|