e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hak van een schoen hak: de hak van de schoon (Valkenburg), den hak (Valkenburg), hak (Valkenburg, ... ), pollevie: Lat. pulvinus, Sp. polevi.  polvie, pollevie (Valkenburg) hak aan schoenwerk || hak van de schoen [N 07 (1961)] || hak van een schoen [pollevie, plevie, hiel] [N 24 (1964)] III-1-3
haken haken: hoake (Valkenburg) haken (ww.) [SGV (1914)] III-1-3
haken en ogen krammen en ogen: krɛm ɛn ǫwgǝ (Valkenburg), krammen en oogje: krɛm ɛn ø̜jxskǝ (Valkenburg) Kleine metalen haakjes en ringetjes die, langs de zomen van kledingstukken genaaid, dienen om deze te sluiten. [N 62, 51; L 1a-m; L 24, 40b; L 49, 25; MW; S 11] II-7
hakken, wieden met de hak hakken: hakǝ (Valkenburg) Met een hak de grond tussen (rijen van) opgroeiende planten bewerken, met het doel deze luchtig te maken en van onkruid te zuiveren. [N 15, 5; JG 1a, 1b; monogr.] I-5
hakmes heep: hièèp (Valkenburg), zeissele: zeisele (Valkenburg) hakmes, soort zware sikkel || heep (bijl) [SGV (1914)] III-2-1
haksel haksel: hɛksǝl (Valkenburg) Het kortgehakte stro, op de snijbok of in de hakselmachine, werd vroeger, samen met haver, gekookt en aan de beesten gevoerd. Als het iets grover gesneden was werd het ook wel als strooisel in de potstal gebruikt. Zie ook het lemma ''bussel kort stro'' (6.1.29). Zie voor de fonetische documenatie van het woorddeel [stro] het lemma ''stro'' (6.1.24). [JG 1b, 2c; L 1, a-m; L 26, 11; S 12; Wi 51; monogr.] I-4
halen halen: hoale (Valkenburg) halen [SGV (1914)] III-1-2
half- of stiefbroer halfbroer: haufbroor (Valkenburg), hawfbroor (Valkenburg), halve broer: hauve broor (Valkenburg), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  hauvə broor (Valkenburg), stiefbroer: sjteefbroor (Valkenburg), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  sjteefbroor (Valkenburg) half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)] III-2-2
half- of stiefzuster halfzuster: haufzuuster (Valkenburg, ... ), hawfzuuster (Valkenburg), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  haufzustər (Valkenburg), stiefzuster: sjteefzuuster (Valkenburg), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  sjteefzustər (Valkenburg) half- of stiefzuster [DC 05 (1937)] III-2-2
halfmis halfmis: haufmès (Valkenburg) Het moment waarop de mis op de helft is, wat de duur betreft [halfmis, hauvermès?]. [N 96B (1989)] III-3-3