18845 |
beteuterd |
beteuterd:
beteuterd (L268p Velden)
|
beteuterd [SGV (1914)]
III-1-4
|
25106 |
betrekken (lucht) |
betrekken:
de loog betrekt (L268p Velden),
dikke lucht:
’n dikke lôch (L268p Velden),
groeien:
de loög gruyt (L268p Velden),
toetrekken:
de loch trekt toe (L268p Velden)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] || eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24561 |
beuk |
beuk:
beuk (L268p Velden)
|
beuk [SGV (1914)]
III-4-3
|
20786 |
beurs, overrijp |
buikziek:
boeksig (L268p Velden)
|
beursch (de peer is ~) [SGV (1914)]
III-2-3
|
19259 |
bevel |
bevel:
bevêl (L268p Velden, ...
L268p Velden)
|
bevel [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
33843 |
bevend schudden met de huid |
razelen:
rāzǝlǝ (L268p Velden)
|
Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68]
I-9
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerhok:
vōrhǫk (L268p Velden)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
25231 |
bewolking |
wolken:
de wolke (L268p Velden)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25107 |
bewolkte lucht |
betrokken lucht:
de loch is betrokken (L268p Velden)
|
Hoe zegt men in uw dialect: De lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [DC 30 (1958)]
III-4-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
bɛsəm (L268p Velden),
bɛ̄səm (L268p Velden),
schrobber:
schruber (L268p Velden),
straatbezem:
straotbessem (L268p Velden)
|
bezem [RND], [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|