18349 |
hoge waterdichte schoen |
sneeuwschoen:
snāsXun (P174p Velm)
|
schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19784 |
hond |
hond:
hoͅnt (P174p Velm)
|
hond [Goossens 1b (1960)]
III-2-1
|
21622 |
honderd frank |
stuk van honderd frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
ə stək van oͅndərt frāŋ (P174p Velm)
|
100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21043 |
honing |
honig:
hȭ.nek (P174p Velm)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|
32771 |
hoofdbalken van de eg |
zijbalken:
zɛ̄ ̝balǝkǝ (P174p Velm)
|
De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.]
I-2
|
18187 |
hoofddoek |
doek:
doch (P174p Velm),
hoofdneusdoek:
yətnøzək (P174p Velm),
neusdoek:
nøi̯zduk (P174p Velm)
|
Hoofdbedekking ter bescherming tegen de felle zon in de oogsttijd. De laatste opgaven van het lemma, met het type hoed, zijn allicht geen hoofddoeken, maar hoofdbedekkingen. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c] || Hoofddoek (fr. fichu). [ZND 05 (1924)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)]
I-4, III-1-3
|
20767 |
hoofdkaas |
hoofdkaas:
hy(3)̄ətkēə̝s (P174p Velm),
hoofdkaaskop:
hy(3)̄ətkēə̝skoͅp (P174p Velm)
|
hoofdkaas [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
23305 |
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen |
kap:
kap (P174p Velm)
|
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)]
III-3-3
|
24344 |
hoofdluis |
luis:
lās (P174p Velm),
løͅi̯s (P174p Velm)
|
luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)]
III-4-2
|
18059 |
hoofdpijn |
pijn zijn kop:
pijn m`ne kop (P174p Velm)
|
ik heb hoofdpijn [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|