19580 |
afwassen |
opwassen:
opwasse (L271p Venlo),
oͅpwasə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
schotelen wassen:
schóttele wasse (L271p Venlo),
sxotələ wasə (L271p Venlo)
|
de afwas doen || vaatwerk (borden, lepels, messen, pannen, enz.) met behulp van warm water of zeepsop schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19529 |
afwasteil, afwasbak |
afwasbak:
aafwasbak (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
opwasbak:
opwasbak (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
spoelbak:
speulbak (L271p Venlo),
wasbak:
wasbak (L271p Venlo),
wasteiltje:
wasteiltje (L271p Venlo)
|
afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19655 |
afwaswater |
opwaswater:
opwaswater (L271p Venlo),
oͅpwaswātər (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
schotelenwater:
schôttelewater (L271p Venlo),
schotelwater:
schóttelwater (L271p Venlo),
schôttelwater (L271p Venlo),
sxotəlwātər (L271p Venlo)
|
afwaswater || Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] || spoelwater
III-2-1
|
21682 |
afzetten |
afdrogen:
ááfdrūūgə (L271p Venlo),
afzetten:
aafzitte (L271p Venlo),
ààfzittə (L271p Venlo),
naaien:
nijə (L271p Venlo),
overvragen:
euvervraoge (L271p Venlo)
|
meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
31895 |
afzuiginstallatie |
afzuiging:
āf˲zȳgeŋ (L271p Venlo)
|
Apparaat waarmee het stof wordt afgevoerd, dat bij het gebruik van de bandschuurmachine vrijkomt. In Bilzen (Q 83) werd het stof in een zak opgevangen. [N 53, 149e]
II-12
|
23648 |
agnus dei |
agnus dei:
agnus dei (L271p Venlo)
|
Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24648 |
akelei |
akelei:
idem
akelei (L271p Venlo)
|
akelei [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
33645 |
akker |
akker:
akǝr (L271p Venlo),
band:
bānt (L271p Venlo),
land:
lant (L271p Venlo),
veld:
vɛlt (L271p Venlo)
|
Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.]
I-8
|
24617 |
akkerboterbloem |
boterbloem:
#NAME?
bôtterbloom (L271p Venlo)
|
boterbloem [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
24866 |
akkerdistel, distel |
distel:
-
distel (L271p Venlo),
onkruid:
-
onkroet (L271p Venlo)
|
distel (Carduus) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|