e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afdak afdak: aafdaak (Venlo), schop: sxoͅp (Venlo) afdak [SGV (1914)] III-2-1
afdingen afdingen: ááfdingə (Venlo), afpingelen: aafpingele (Venlo, ... ), pingelen: pingele (Venlo), pingelen (Venlo), pingələ (Venlo) beknibbelen, Op de prijs ~, de prijs omlaag trachten te drukken [afpeekele, afprengelen, afpenkelen, pingelen?] [N 21 (1963)] || proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afdunnen afdunnen: āfdønǝ (Venlo) Bewerking van de watten voor de schouder, waarbij de dikte van de watten naar de kant toe wordt verminderd. [N 59, 117a] II-7
afgejaagd volk afgejaagde zwerm: āfgǝjāxdǝ zwɛrm (Venlo), jager: ję̄gǝr (Venlo) Het door jagen verkregen volk bijen dat met de koningin in de jaagkorf is terechtgekomen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 90; N 63, 88c; monogr.] II-6
afgeroomde melk ondermelk: ondermelk (Venlo), taptemelk: taptemelk (Venlo), vlotenmelk: vlōtǝmɛlk (Venlo) De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.] I-11
afgesneden laars halve laars: halve laarze (Venlo) laars, afgesneden ~ [vlaglaars] [N 24 (1964)] III-1-3
afgetrokken zeug afgetrokken zeug: āfxǝtrokǝ [zeug] (Venlo) Een door het veelvuldig zogen vermagerde zeug. In vraag N 19, 22 werd gevraagd naar "een zeug die vermagerd is door ...", dus naar een zelfstandig begrip. In dit lemma is de nadruk gelegd op de eigenschap "vermagerd" en is het zelfstandig naamwoord zeug niet gedocumenteerd. Voor de documentatie van de verschillende woordtypen voor "zeug" en de bijbehorende dialectvarianten zie het lemma ''zeug'' (1.2.5). [N 19, 22; monogr.] I-12
afgezaagd kantstuk kantstuk: kantstø̜k (Venlo) Het in de lengterichting afgezaagde, aan één zijde nog met schors bedekte zijdeel van een plank. Zie ook de lemmata ɛschaaldeelɛ en ɛwankantɛ.' [N 53, 29c; monogr.] II-12
afglanzen afglanzen: āfglanzǝ (Venlo) Het wegnemen van de valse glans. Afglanzen is het verwijderen van glans op die plaatsen, welke te droog geperst zijn. Deze glans verwijdert men door het inbrengen van damp door middel van vochtige doeken en hete ijzers. [N 59, 80a; N 59, 81a] II-7
afgunst afgunst: aafguns (Venlo) Afgunst, jaloezie. [N 96D (1989)] III-3-3