e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schraagsteiger hulpsteiger: hølǝpstęjgǝr (Venlo), noodsteiger: nuǝtstęjgǝr (Venlo) Kleine, lage werkvloer, samengesteld uit schragen en planken. Volgens de invuller uit Q 19 wordt de schraagsteiger vooral binnenshuis gebruikt door bijvoorbeeld de stucadoor. [N 32, 7a; monogr.] II-9
schraapstaal schraapstaal: sxrapstǭl (Venlo), sxrāpstǭl (Venlo) Klein, stalen blad, drie- of vierhoekig van vorm en met scherpe kanten, dat dient om hout glad te maken. Het schraapstaal wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. De kuiper werkt er bijvoorbeeld de buitenkant van het vat glad mee af. Zie ook het lemma ɛde buitenwand gladschavenɛ in de paragraaf over de vaktaal van de kuiper.' [N E, 45a; N G, 12; N 53, 151a; A 32, 3b; monogr.] II-12
schram krats: krats (Venlo, ... ), kratse (Venlo), kráts (Venlo) schram [SGV (1914)] || Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] || schrammen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
schrammen kratsen: kratse (Venlo, ... ), krátsə (Venlo), schramp: schramp (Venlo) schrammen (ww) [SGV (1914)] || Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)] III-1-2
schransen vreten: vraete (Venlo) vreten III-2-3
schrapen schrappen: sxrabǝ (Venlo) Een stuk hout met het schraapstaal bestrijken ten einde het zuiver glad te maken. [N 53, 156] II-12
schrede loop: laup (Venlo), loup (Venlo), schritt (du.): schrit (Venlo), stap: stép (Venlo), trede: traeje (Venlo), trâêj (Venlo), trêj (Venlo) Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)] || schrede [SGV (1914)] III-1-2
schreeuwen krijsen: krīēsə (Venlo), kwaken: kwake (Venlo), kwáákə (Venlo), schreeuwen: schriëve (Venlo, ... ), sxriǝwǝ (Venlo) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] || luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] || schreeuwen [SGV (1914)] I-12, III-3-1
schrijftafel, bureau secretaire-tje: sekrətēͅrkə (Venlo) schrijfkast met schuine klep [N 56 (1973)] III-2-1
schrijven schrijven: schrieve (Venlo) Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)] III-3-1