e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knikkeren bikkelen: Bikkele ien n kuleke.  bikkele (Venray) Knikkeren. III-3-2
knikkerkuiltje bikkelaarskuiltje: bikkelerskuulke (Venray), kuiltje: kuuleke (Venray), Sub bikkele.  kuleke (Venray), lotsje: in ⁄t lötske (Venray), (vero. Met de hak van de schoen of de klomp wordt in de grond een kuiltje gedraaid.  lötske (Venray) [Knikkerkuiltje]. || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Een holletje in de grond, door de kinderen gebruikt bij het knikkeren? [DC 21 (1952)] || Het holletje in de grond bij t knikkeren [kuil, kuiltje, putje, O, demke]. [N 88 (1982)] || Knikkerkuiltje. III-3-2
knikkers laten rollen rollen: rolle (Venray) Knikkers laten rollen [druilen, trullen, dullen, reuzelen, dreutelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
knikkers laten stuiteren stuiken: Dn bal mòt minstes ieëne kieër stoeke.  stoeke (Venray), tokken: toeke (Venray) 1. Stuiteren, hobbelen, schokken, stuiken. || Knikkers laten stuiteren in het knikkerspel [bonken, kletsen]. [N 88 (1982)] III-3-2
knikkertermen aanhouden: anhālde (Venray), aftokken: áftoeke (Venray), knokels: Venray Wb., pag. 243: knäökel, kneukel, knokkel, vingergewricht.  de kneukels (Venray), krameren: Ook speelde men wel "kremmeren". Dan ging men op een bepaalde afstand anne streep staan, zette n paar knikkers, de tegenpartij n gelijk aantal en v/d smoot werd geworpen naar de lods. Paar in de lods was voor de werper, onpaar omp in de lods voor de tegenpartij. ...  kremmere (Venray), Vgl. Venray Wb., pag. 256: kremmere, met koopwaren langs de deuren venten.  kremmere (Venray), lotsje tokken: lötske toeke (Venray), wegtokken: [Met afbeelding].  wegtoeke (Venray) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Bij het knikkerspel een knikker laten vallen van een bepaalde hoogte op een andere, waardoor iemand wordt uitgestoten van verdere deelname. || Knikkerspel, waarbij de knikkers door wijsvinger of duim naar t lötske werd getoekt. || Met duim of (wijs)vinger knikker vooruit tikken. || Soms schijnt het [omp] alleen nog in het kinderspel bewaard. De kinderen laten elkaar raden: on of even, paar of omp, paar of ompert, effen of ontjes, enz. Kent u een dergelijk woord op deze manier? Zo ja, hoe luidt het en hoe gebruiken de kinderen het? [DC 31 (1959)] III-3-2
knipogen een knipoogje geven: e knipuujgske gêve (Venray), een oogje knippen: en wiëgske knippe (Venray), knipogen: knip oeēge (Venray) knipogen [SGV (1914)] || Knipogen: een oog even sluiten en weer openen, als teken van verstandhouding (knipogen, pinken). [N 84 (1981)] III-1-1
knoeien knoeien: knoeie (Venray), morsen: morse (Venray), slabben: slabbe (Venray) morsen [SGV (1914)] || slabben [SGV (1914)] III-2-3
knoeien, morsen, bevuilen knoeien: knoeie (Venray), morsen: morse (Venray) morsen [SGV (1914)] III-4-4
knoeier sloddervos: sloddervos (Venray, ... ), slons: (v.).  sloons (Venray) iemand die zijn werk steeds verwaarloost [hordserd] [N 85 (1981)] || onachtzaam of onordelijk in zijn werk of in zijn geheugen [lod, hordsig, slordig] [N 85 (1981)] III-1-4
knoest knoest: Veldeke 1979, nr. 1  knoest (Venray), WLD  knoest (Venray), kwast: kwâst (Venray), noest: noest (Venray, ... ) Een harde, ruwe uitwas aan een boom (knoes, kwar, aast, knoop, inwas, knoest). [N 82 (1981)] || kwast ih hout, noest || kwast, noest || noest [SGV (1914)] III-1-4, III-4-3