| 28407 |
bijenkorf |
bijenkaar:
bi-jǝkār (Q208p Vijlen),
bijenkorf:
bęjǝkø̜rǝf (Q208p Vijlen),
kaar:
kār (Q208p Vijlen)
|
Van roggestro of buntgras gevlochten korf voor bijen. Het houden van bijen in korven is de ouderwetse vorm, ook wel de vaste bouw genoemd. De kast heeft de korf tegenwoordig veelal vervangen. Men spreekt dan van losse bouw (De Roever, pag. 149). De korf werd meestal met dikke, brede windingen gevlochten van met de hand gedorst stro, bijeengehouden door Spaans riet of voorheen ook wel gespleten braamtakken of dennenwortels of soms wilgetakken. Er bestaat een grote verscheidenheid aan soorten korven: grote en kleine, hoge en lage, korven met één of twee vlieggaten, met en zonder spongaten die het voeren moeten vereenvoudigen. Voor al die korven geldt echter dezelfde bedrijfswijze als die met korven van het Drents model. De ronde strokorf van Drente heeft een doorsnede van ± 40 cm bij een ongeveer gelijke hoogte. Ter bescherming tegen koude en regen of ook wel ter versteviging van oude korven besmeert men de korf, hetzij van buiten hetzij van binnen, met leem of kleiaarde, vermengd met gerstekaf of koemest met as of kalk. Soms wordt de korf met bunt of smelen overdekt. [N 63, 2a; N 63, 1a; N 63, 8; L 1a-m; L 1u, 13; L 16, 7; S 3; JG 1a + 1b; Ge 37, 12; A 9, 4; N 40, 137; monogr.]
II-6
|
| 21102 |
bijten |
bijten:
biete (Q208p Vijlen)
|
bijten [DC 37 (1964)]
III-2-3
|
| 17652 |
bil |
bats:
bats (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen),
bàts (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen),
bil:
bil (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbīr (Q208p Vijlen)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
| 22689 |
bioscoop |
bioscoop:
Karte 240.
bioscoop (Q208p Vijlen),
film:
Karte 240.
film (Q208p Vijlen),
kino (du.):
Karte 240.
Kino m. (Q208p Vijlen)
|
(Ich gehe ins) Kino.
III-3-2
|
| 24712 |
bitterzoet |
wilde tomaat:
wil tomate (Q208p Vijlen)
|
Bitterzoet (solanum dulcamara). Een 30 tot 200 cm grote heesterplant, met wat houtachtige stengels en windende takken; de bladeren zijn eivormig, met twee slippen aan de voet, spits. De bloemen groeien in losse trossen en zijn violet van kleur, met grote, [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 24469 |
blad (alg.) |
blaar (mv.):
bladeren
blaar (Q208p Vijlen),
blad:
blaad (Q208p Vijlen),
blad
blat (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen)
|
blad [N 92 (1982)], [SGV (1914)]
III-4-3
|
| 32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blat (Q208p Vijlen),
blader:
blār (Q208p Vijlen)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
| 24718 |
bladerloze boom |
kale boom:
WLD
kale boom (Q208p Vijlen)
|
Een boom zonder bladeren (ijlboom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 24796 |
bladvorm |
met blaren bijeen?:
samen gesteld blad
mieje blaar bijje nee (Q208p Vijlen)
|
samengesteld blad [N 92 (1982)]
III-4-3
|