| 21294 |
armoedig |
armoedig:
ermeudig (Q208p Vijlen),
erremeudig (Q208p Vijlen)
|
armoedig [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 25055 |
armvol |
armvol:
ervel (Q208p Vijlen)
|
de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 22897 |
aswoensdag |
asselegoensdag:
esschele gönstig (Q208p Vijlen)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 33499 |
augurk |
inmaakkomkommer:
WLD
inmaak komkommer (Q208p Vijlen)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
| 23401 |
aureool |
heiligenkrans:
hillige krans (Q208p Vijlen)
|
De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 21137 |
auto |
auto:
auto (Q208p Vijlen)
|
een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 23257 |
avondgebed |
avondgebed:
aovundgebed (Q208p Vijlen)
|
Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20582 |
avondmaal |
avondbrood:
s avonds
oubroed (Q208p Vijlen),
avondsbrood:
avvesbroewet (Q208p Vijlen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 20 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 20546 |
azijn |
essig:
essig (Q208p Vijlen),
izich (Q208p Vijlen)
|
azijn [DC 35 (1963)] || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 22321 |
baantje glijden op het ijs |
roetsjen:
roetsje (Q208p Vijlen),
slepen:
sjliepe (Q208p Vijlen)
|
Kinderen maken op de sneeuw of het ijs wel een gladde baan, door er telkens en achter elkaar overheen te glijden. Hoe noemt men het glijden op dit baan? [DC 44 (1969)]
III-3-2
|