e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aarden pot aarden grüle: ędǝ gryl (Vijlen) Aarden pot, bleekbruin van kleur. Dorren (Valkenburgs Woordenboek) merkt op pag. 15 over de term baar op: ø̄̄Naar de grootte onderscheidt men één-, twee- en drieschildersbaren, wijl ze gemerkt zijn met één, twee of drie schildjes (reliefstempels), met een inhoud van circa 20, 30 en 40 liter.ø̄̄ De driekroonse pot was een verglaasde pot voor het inmaken van zuurkool, braadworst en bonen. De pot was gemerkt met drie kroontjes en had een inhoud van 20 tot 50 liter. Het woordtype driekronenpot duidt waarschijnlijk een vergelijkbare pot aan. Zie hiervoor ook de toelichting bij het lemma ɛstroopvatɛ in wld II.2, pag. 59.' [N 49, 103b; L 1a-m; L 32, 15a; L 32, 15b; R 3, 5; S 1; monogr.] II-8
aardmannetje (kabouter) alvermannetje: oavermenneke (Vijlen), oavermentje (Vijlen) aardmannetje [SGV (1914)] III-3-3
aars votlok: votlowk (Vijlen) aars, darmuitgang [N 10c (1995)] III-1-1
aarsspleet bats: basj (Vijlen) aarsspleet tussen de billen [N 10c (1995)] III-1-1
aarzelen twijfelen: twievelle (Vijlen), zucken (du.): cf. RhWb IX, kol. 847, s.v. zucken, zücken, 2a. säumen, zaudern, zögern, innehalten, pausen, sich ausruhen  tsŭŭke (Vijlen) aarzelen [SGV (1914)] || bang om iets te doen, niet durven doen [aarzelen, twijfelen, tukken, treuzelen, teutelen, draaien] [N 85 (1981)] III-1-4
aas in het kaartspel aas: roetenoas (Vijlen), ò"lang uitgesproken  òs (Vijlen) Aas: Ruiten aas. [SGV (1914)] || En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - I. Aas. [DC 52 (1977)] III-3-2
achterblijver achterblijver: ātǝrblīvǝr (Vijlen) Big die achterblijft in groei. [N 76, 49] I-12
achterdocht achterdenken: aaterdingke (Vijlen) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achterste achterste: eggeschte (Vijlen), kont: kont (Vijlen), vot: vot (Vijlen) [N 10c (1995)]achterste [SGV (1914)] III-1-1
achterwand stop: štǫp (Vijlen) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13