e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mager worden vermageren: vermagere (Vlodrop) Mager worden: in omvang en gewicht afnemen (afslekkeren, krimpen, slinken). [N 84 (1981)] III-1-1
magere koe scherf: šɛrf (Vlodrop) [N 3A, 147a] I-11
maken maken: make (Vlodrop) maken [DC 02 (1932)] III-1-4
mals, gezegd van boter week: wijke (Vlodrop) mals, goed smeerbaar, gezegd van boter (plat) [N 91 (1982)] III-2-3
man mens: minš (Vlodrop), minṣ (Vlodrop) man [RND], [RND] III-3-1
man die de behaalde tijden afleest tijdmelder: tiedmeller (Vlodrop) de man die de behaalde tijden afleest? [N 93 (1983)] III-3-2
man die de uitslag bepaalt teller: tiller (Vlodrop) de man die de uitslag bepaalt? [N 93 (1983)] III-3-2
man, mannelijke zangvogel mannetje: manke (Vlodrop) mannelijke zangvogel (tersel) [N 83 (1981)] III-4-1
manchet manchet: mensjet (Vlodrop) manchet, vaste mouwboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
manchetknoop manchetknoop: mensjetknuip (Vlodrop) manchetknoopjes [N 23 (1964)] III-1-3