e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bovenste handvat van de heizicht kruk: (mv.)  krøkǝ (Vlodrop) Bij een aantal opgaven van informanten is het niet duidelijk of het hier om het bovenste of onderste handvat gaat. [N 18, 77 c; I, 26d] II-4
bovenstuk van een rijtuig bovenstuk: bauvesjtuk (Vlodrop) het bovenstuk van een rijtuig [imperiaal] [N 90 (1982)] III-3-1
bovenverdieping boven: baove (Vlodrop) Hoe noemt u de bovenverdieping van een huis? (bovenverdieping, bovenste verdieping) [N 104 (2000)] III-2-1
box looprek: laoprek (Vlodrop) toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)] III-2-2
braadpan braadketel: broadkètel (Vlodrop) Pan met dikke wand die geschikt is om er vlees in te braden (pan, vleespan, braadpan, pot) [N 79 (1979)] III-2-1
braaf braaf: braaf (Vlodrop, ... ), goed: goow vrouwmisj (Vlodrop) braaf [DC 02 (1932)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] || met een goed karakter, alles doend zoals het hoort [braaf, gief] [N 85 (1981)] III-1-4
braambes bramelen: braomel (Vlodrop), brōͅmələ (Vlodrop) braam(bessen) [RND] || braambes [Roukens 03 (1937)] III-4-3
braambessen bramelen: brōmǝlǝ (Vlodrop) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braamsluiper heggenstotertje: hikgestöterke (Vlodrop) Hoe heet de braamsluiper? [DC 06 (1938)] III-4-1
braamstruik bramelen: ideosyncr.  braomele (Vlodrop), bramen: breme (Vlodrop) braam (struik) [Roukens 03 (1937)] || De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)] III-4-3