26743 |
bovenste handvat van de heizicht |
kruk:
(mv.)
krøkǝ (L386p Vlodrop)
|
Bij een aantal opgaven van informanten is het niet duidelijk of het hier om het bovenste of onderste handvat gaat. [N 18, 77 c; I, 26d]
II-4
|
21147 |
bovenstuk van een rijtuig |
bovenstuk:
bauvesjtuk (L386p Vlodrop)
|
het bovenstuk van een rijtuig [imperiaal] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19630 |
bovenverdieping |
boven:
baove (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt u de bovenverdieping van een huis? (bovenverdieping, bovenste verdieping) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
20140 |
box |
looprek:
laoprek (L386p Vlodrop)
|
toestel waarin men kinderen leert lopen [lei, stuik, looprek, loopwagen, loopkorf, loopmand] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19406 |
braadpan |
braadketel:
broadkètel (L386p Vlodrop)
|
Pan met dikke wand die geschikt is om er vlees in te braden (pan, vleespan, braadpan, pot) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18953 |
braaf |
braaf:
braaf (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop),
goed:
goow vrouwmisj (L386p Vlodrop)
|
braaf [DC 02 (1932)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] || met een goed karakter, alles doend zoals het hoort [braaf, gief] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24501 |
braambes |
bramelen:
braomel (L386p Vlodrop),
brōͅmələ (L386p Vlodrop)
|
braam(bessen) [RND] || braambes [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
33295 |
braambessen |
bramelen:
brōmǝlǝ (L386p Vlodrop)
|
Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c]
I-5
|
24132 |
braamsluiper |
heggenstotertje:
hikgestöterke (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet de braamsluiper? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
24474 |
braamstruik |
bramelen:
ideosyncr.
braomele (L386p Vlodrop),
bramen:
breme (L386p Vlodrop)
|
braam (struik) [Roukens 03 (1937)] || De doornige struik die vooral op de heide en in de duinen en langs bosranden voorkomt; de vruchten zijn eerst groen, dan rood en als ze rijp zijn zwart (braamstruik, benrik, breemhorst, breemhocht, breemdoren, breembes, braam, breem, doren). [N 82 (1981)]
III-4-3
|