21842 |
(blijven) plakken |
(blijven) plekken:
plekke (L289p Weert)
|
lang in een café blijven zitten of lang bij iemand op bezoek blijven [plakken] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22127 |
(de kapsule) in de klok stoppen |
in de klok doen:
inne plok doon (L289p Weert)
|
de ijzeren kapsule (met ring) in de klok stoppen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21951 |
(eieren) leggen |
(eieren) leggen:
legke (L289p Weert)
|
Hoe heet verder: eieren leggen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22110 |
(het) lossen |
lossen:
losse (L289p Weert)
|
het lossen zelf? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18809 |
(iets) bevinden |
besluiten:
besloeete (L289p Weert),
opmaken:
opmaake (L289p Weert),
vinden:
vi‧nge (L289p Weert)
|
vaststellen als resultaat van een waarneming of onderzoek [bevinden, keuren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19086 |
(iets) zich niet aantrekken |
niks om geven:
ge motj d’r niks um gève (L289p Weert)
|
Ge moet u dat niet aantrekken [ZND 32 (1939)]
III-1-4
|
22004 |
(ijzeren) kapsule |
buisje:
’t bōske (L289p Weert)
|
Hoe heet die kapsule? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21779 |
(kleine) zelfstandige |
winkelier:
winkeleer (L289p Weert)
|
Noem het (dialect)woord voor: een kleine zelfstandige? [middenstander] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
21955 |
(melk) voederen |
afvoederen:
aafvoore (L289p Weert)
|
Hoe heet verder: het opgeven van die melk aan de jongen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17967 |
(met) het hoofd stoten |
botsen:
boetse (L289p Weert, ...
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert),
erges tie.ge boetse (L289p Weert),
stoten:
gestoëte (L289p Weert),
z`ne kop stoàote (L289p Weert)
|
stoten: het hoofd stoten (kinderwoord) [boetse, zijn eige boetse] [N 10 (1961)] || stoten: met het hoofd stoten [boetse, erges teege boetse] [N 10 (1961)]
III-1-2
|