e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
duivin, vrouwelijke duif duivin: doevin (Weert), wijfje: wiefke (Weert) een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)] || wijfjesduif [SGV (1914)] III-4-1
duizelig dazelig: dazelich (Weert), dol: deul (Weert), döl (Weert), hae wurdj deu:l (Weert), hae wuurdj döl (Weert), zoa dul wie ei kuu‧ke (Weert), ps. het eerste woord is niet goed leesbaar!  sjènj? ès dö:l van oppe kerresjel zitte (Weert), duizelig: duu:zelig (Weert), duuzelig (Weert, ... ), duzelig (Weert), hae wurdj duu‧zelig (Weert), ich bin duuzelig (Weert), wazelig: wazelig (Weert) dol worden, iemand die lang heeft of is rondgedraaid [N 07 (1961)] || duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || duizelig worden, iemand die een harde slag op zijn hoofd heeft gekregen [N 07 (1961)] || Duizeling: draaierigheid, leeg gevoel in het hoofd (suizeling, duizeling, zwindel). [N 84 (1981)] III-1-2
duizendblad hazegerf: hazegerf (Weert), hāzǝgɛrǝf (Weert), achillea millefolium  haazegerf (Weert) Achillea millefolium L. Het gewoon duizendblad komt zeer algemeen voor in grasland, langs wegen en op stortplaatsen, maar ook als sierplant. Het heeft zeer fijnverdeelde veervormige bladeren, wit tot roze bloempjes in een schermvormige tuil en bloeit van juni tot oktober. De hoogte varieert van 15 tot 50 cm. [A 42B, 4a; monogr.] || duizendblad I-5, III-4-3
duizendpoot duizendpoot: doezendjpōōt (Weert), WLD  doezendjpoe‧t (Weert) duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)] III-4-2
duizendschoon duizendschoon: doêzentjschoeën (Weert), jonkertje: jûnkerke (Weert), ± Veldeke  jûnkerkes (Weert) duizendschoon (Dianthus barbatus L.) [N 92 (1982)] III-2-1
dulden lijden: kunne li-je (Weert), luchten: kunne löchte (Weert), uitstaan: oetstoan (Weert) iemand dulden in zijn nabijheid, het kunnen uithouden [luchten, uithouden, uitstaan] [N 85 (1981)] III-3-1
dunne sjaal sjaal: sjaal (Weert), zijden das: zijendas (Weert) sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)] III-1-3
dunne zwarte rouwkous rouwkous: rouwkouse (Weert) kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)] III-1-3
durfal held: he‧ldj (Weert) iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] III-1-4
durven durven: durven (Weert), dörve (Weert, ... ) durven [SGV (1914)], [ZND 25 (1937)] III-1-4