id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
30121 | porringpunt | porring: pǫreŋ (Weert), porringpunt: pǫreŋpø.nt (Weert) | Het middelpunt van de cirkel waarvan een te metselen boog een segment is. In het 'porringpunt' wordt de porringdraad vastgehecht. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Porringdraad'. [N 32, 17e; monogr.] II-9 |
21482 | portefeuille | portefeuille (fr.): portefuul (Weert) | de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1 |
21481 | portemonnee, beurs | portemonnee (<fr.): portemonnee (Weert) | portemonnee III-3-1 |
23695 | portiuncula-aflaat | portiuncula-aflaat: pursjonkele aaflaot (Weert) | De portiuncula-aflaat, die verdiend kon worden op het Portiunculafeest op 2 augustus [portsiónkela-ablas?]. [N 96B (1989)] III-3-3 |
24365 | pos | jood: joet (Weert), joodje: WLD joedtje (Weert) | Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)] || pos (vis) III-4-2 |
21203 | postbode | postbode: posbu.i (Weert) | postbode [RND] III-3-1 |
33171 | poten | planten: plantǝ (Weert), poten: pōtǝ (Weert), pōǝtǝ (Weert), pūǝtǝ (Weert) | In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b] I-5 |
25413 | poten verwijderen | aan de knie doorsnijden: aan de knie doorsnijden (Weert), afsnijden: āfsnejǝ (Weert) | Als de poten zijn afgehuid, verwijdert men ze in het eerste gewricht (gerekend vanaf de hoef). De poten worden van het lijf gesneden, gekapt of gezaagd. [N 28, 48; monogr.] II-1 |
19494 | potkachel | duiveltje: dy(3)̄.vəlkə (Weert) | klein rond kacheltje op de boerderijen vroeger gebruikt om veevoer en de was te koken, men trof het in de tweede wereldoorlog ook wel in burgerkeukens aan voor verwarmings- en kookdoeleinden. Het waren in feite allesbranders die zonder bezwaar ook met sla III-2-1 |
21521 | potlood | potlood: potloeed (Weert) | een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)] III-3-1 |