e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Weert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd bevroren: bevroere (Weert), stijf: stie:fkaod (Weert), stīēf (Weert), verstijfd: verstiefdj (Weert), verstieftj (Weert) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] || Ongevoelig worden van kou, gezegd van ledematen (killen). [N 84 (1981)] || verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkleumen doof: b.v. douf vingers (Weert) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-1
verknippen, versnijden verknippen: vø̜rknepǝ (Weert) Door verkeerd knippen het te maken kledingstuk bederven. [N 62, 24; MW] II-7
verkouden verkoud: ich been verkaodj (Weert), verkôudj (Weert), verkouden: ik ben verkouden (Weert) Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verkoudheid kou: ich heb een kaoj te pakke (Weert), ich heə n kaoj oppe borst (Weert), ik heb een kou te pakken (Weert), verkoudheid: ik heb een verkoudheid opgelopen (Weert) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verkrappen meer laten werken: mir lǭtǝ węrǝkǝ (Weert), versteken: vǝrstę̄kǝ (Weert) Het aantal kammen van het aswiel vergroten om de stenen sneller te laten lopen. Daardoor verandert de steek, de afstand tussen de kammen of staven onderling. Zie ook de lemmata ɛop steek zettenɛ en ɛop steek staanɛ.' [N O, 11q] II-3
verkwanselen verkwanselen: verkwansele (Weert, ... ), verpatsen: verpatse (Weert), versjachelen: versjachele (Weert) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkwisten doordraaien: doeerdreije (Weert) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlagen afprijzen: aafprieze (Weert), afzetten: aafzette (Weert), laten vallen: loate valle (Weert) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen bleu: bleu (Weert), blêû (Weert), schouw: (meer voor dieren gebruikt).  schoow (Weert), verlegen: verlaege (Weert, ... ), verlaige (Weert), verlèège (Weert, ... ), verléége (Weert, ... ), vurlei.ge (Weert) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4