e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wellen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knikker add. krot: krōēt (Wellen) Waardeloze stenen knikker. [ZND m] III-3-2
knikkeren klitsen: klitsen (Wellen) Lievelingsspel 3. [SND (2006)] III-3-2
knikkerkuiltje putje: peutje (Wellen) het holletje in de grond bij t knikkeren [kuil, kuiltje, putje, O, demke] [N 112 (2006)] III-3-2
knikkers laten rollen trullen: trulle (Wellen) knikkers laten rollen [druilen, trullen, dullen, reuzelen, dreutelen] [N 112 (2006)] III-3-2
knikkers laten stuiteren vleugen: vleuge (Wellen), Met den knikker schieten zonder den grond te raken vóór het doel (vlucht?).  vleùge (Wellen) knikkers laten stuiteren in het knikkerspel [bonken, kletsen] [N 112 (2006)] || Knikkerspel. [ZND m] III-3-2
knikkertermen bevoezelen?: Bedriegen.  bevözele (Wellen), voezelen?: Te ver vooruitkomen.  vözele (Wellen) Knikkerspel. [ZND m] III-3-2
knipogen een oog pitsen: èn oug pitse (Wellen), een oogje pitsen: een egske pitse (Wellen), en eugske pitse (Wellen) knipogen [ZND 01 (1922)] || knipogen (een oog dichtdoen als teken van verstandhouding) [ZND 28 (1938)] III-1-1
knippatroon patroon: pǝtrō (Wellen) Een naar de vereiste vorm geknipt of te knippen stuk papier, waarnaar de stof voor kledingstukken geknipt wordt. [N 59, 48a; N 62, 4; MW; monogr.] II-7
knoeien, morsen, bevuilen begaden: begoaië (Wellen), begâ-ë (Wellen), zen kleer begao-e (Wellen), smodderen: smodderen (Wellen), zich besmodderen: zich besmoddere (Wellen) bevuilen [ZND 32 (1939)], [ZND m] || zich bevuilen [ZND m] III-4-4
knoflook look: loek (Wellen) look [ZND 01 (1922)] I-7