32836 |
de grond vasttreden, aanstampen |
treden:
triɛ (Q078p Wellen)
|
In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.]
I-2
|
22772 |
de helft vragen |
de helft vragen:
de hélf vrōge van iet (Q078p Wellen)
|
Wat roepen de kinderen als ze de helft vragen van iets, bijvoorbeeld van iets dat ze tegelijkertijd hebben gevonden? [ZND 26 (1937)]
III-3-2
|
34627 |
de hoogkar doen achteroverslaan |
oplaten:
ǫplōtǝ (Q078p Wellen),
opslaan:
opslǫn (Q078p Wellen)
|
De hoogkar doen achteroverslaan, zodat de berries omhoog steken. Het paard dient daartoe te worden uitgespannen, aangezien de bak van de hoogkar niet kantelbaar is. [N 17, 89]
I-13
|
22387 |
de kaarten schudden |
ondersteken:
de kaote goed onderstejeke (Q078p Wellen)
|
Hoe heet het dooreenmengen van speelkaarten? Vertaal: De kaarten goed ... [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
22388 |
de kaarten steken |
steken:
stiejeke (Q078p Wellen)
|
de kaarten op een bepaalde manier schudden om vals te kunnen spelen [steken] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
34632 |
de kar wipt |
opslagen:
(de kar) slux˱ ǫp (Q078p Wellen)
|
Als de kar op een verkeerde manier geladen is (zie de lemmata te licht in de rug en te zwaar in de rug), heeft ze de neiging om te wippen. [N 17, 96 + 99]
I-13
|
25916 |
de ketel leegscheppen |
uitscheppen:
oǝtsxøpǝ (Q078p Wellen)
|
Het uitscheppen van de ketel met behulp van een koperen of houten schep. Om de laatste resten beter uit de ketel te kunnen verwijderen, plaatste men in Q 249 de ketel schuin door er een grote hamer onder te leggen. In L 387 had men een speciale ketelschraag die werd gebruikt om de ketel schuin te zetten bij het leegmaken. [N 57, 29; N 57, 30 add.]
II-2
|
22538 |
de mei vieren |
mei vieren:
mei viere (Q078p Wellen)
|
de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)]
III-3-2
|
34230 |
de melk inhouden |
ophouden:
ophau̯ǝ (Q078p Wellen),
ǫphājǝ (Q078p Wellen)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
(de melk) laten lopen:
luǝtǝ lǫu̯pǝ (Q078p Wellen),
løtǝ lōu̯pǝ (Q078p Wellen)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|