e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemeentehuis gemeentehuis: gemeentehuis (Zonhoven), Xəmen⁄tnhoͅwəs (Zonhoven) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] || gemeentehuis [ZND 24 (1937)] III-3-1
gemeentesecretaris secretaris: sekretaris (Zonhoven) het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)] III-3-1
gemene vrouw kreng: krèng (Zonhoven), kwaad wijf: das ə koət wèf (Zonhoven), kwade ronk: van ronken = snorren, gonzen e.d.?  kòòëj rò.nk (Zonhoven), louche wijf: loesj wèè.ëf (Zonhoven), ros: tès ən ros (Zonhoven), ros van een wijf: cf. Nijhoff Zuidnederlands Wb. p. 444, s.v. "ros"(II) (gew. ook "rosse") (fr. rosse) "slechte, boosaardige vrouw" (feeks, helleveeg)  rós van e wèè.ëf (Zonhoven), schrapnel: schrapnél (Zonhoven), tang: táng (Zonhoven), tooi: cf. WNT XVII-I, kol. 1129, s.v. "tooi (II)"2. scheldwoord voor een slechte of gemeene vrouw  toej (Zonhoven), venijn: venèè.ën (Zonhoven), vuile ronk: vó’l rò.nk (Zonhoven), vuile teef: vójl teeëf (Zonhoven) boosaardig, tegendraads vrouwmens || boosaardige vrouw, heks || boosaardigmens (m.n. van vr.) || canaille || Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || feeks, vrouw met een slecht karakter || kreng van een wijf || kwaadaardig vrouwspersoon || slechte vrouw, helleveeg, feeks || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] || valse vrouw || venijnig, listig, onbetrouwbaar vrouwspersoon III-1-4
genezen genezen: wīr gənézə (Zonhoven) hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)] III-1-2
gepachte hoeve, pachtgoed gehuurde boerderij: gehuurde boerderij (Zonhoven), winning: wɛneŋ (Zonhoven) Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1] I-6
gepensioneerd (zijn) gepensioneerd: znd 35, 65  gepensioeneerd (Zonhoven), gəpénsjəneert (Zonhoven), op pensioen: op pensjoen (Zonhoven), pensioen pakken: ze pensjoen pákke (Zonhoven) gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] || met pensioen gaan || pensioen III-2-2
gepind werk gepind werk: gepind werk (Zonhoven) Schoenwerk dat met houten pennen is vervaardigd. [N 60, 148b] II-10
geraamte geraamte: gəriemtn (Zonhoven), gəroəmtən (Zonhoven) een geraamte [ZND 01u (1924)] || geraamte [ZND 01 (1922)] III-1-1
gereed gereed: geriet (Zonhoven), gərĭĕt (Zonhoven), klaar: klèər (Zonhoven), vaardig: vīárich/vīárech (Zonhoven), vjàrrəch (Zonhoven) gereed || gereed, vaardig || klaar [ZND 01 (1922)] || klaar, vaardig || vaardig, gereed III-1-4
gerieflijk gemakkelijk: ə gəmeͅkələk hoͅwəs (Zonhoven), handig: ⁄n hennig haus (Zonhoven) Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)] III-1-4