21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
gemeentehuis (Q001p Zonhoven),
Xəmen⁄tnhoͅwəs (Q001p Zonhoven)
|
de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] || gemeentehuis [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sekretaris (Q001p Zonhoven)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
kreng:
krèng (Q001p Zonhoven),
kwaad wijf:
das ə koət wèf (Q001p Zonhoven),
kwade ronk:
van ronken = snorren, gonzen e.d.?
kòòëj rò.nk (Q001p Zonhoven),
louche wijf:
loesj wèè.ëf (Q001p Zonhoven),
ros:
tès ən ros (Q001p Zonhoven),
ros van een wijf:
cf. Nijhoff Zuidnederlands Wb. p. 444, s.v. "ros"(II) (gew. ook "rosse") (fr. rosse) "slechte, boosaardige vrouw" (feeks, helleveeg)
rós van e wèè.ëf (Q001p Zonhoven),
schrapnel:
schrapnél (Q001p Zonhoven),
tang:
táng (Q001p Zonhoven),
tooi:
cf. WNT XVII-I, kol. 1129, s.v. "tooi (II)"2. scheldwoord voor een slechte of gemeene vrouw
toej (Q001p Zonhoven),
venijn:
venèè.ën (Q001p Zonhoven),
vuile ronk:
vó’l rò.nk (Q001p Zonhoven),
vuile teef:
vójl teeëf (Q001p Zonhoven)
|
boosaardig, tegendraads vrouwmens || boosaardige vrouw, heks || boosaardigmens (m.n. van vr.) || canaille || Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || feeks, vrouw met een slecht karakter || kreng van een wijf || kwaadaardig vrouwspersoon || slechte vrouw, helleveeg, feeks || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)] || valse vrouw || venijnig, listig, onbetrouwbaar vrouwspersoon
III-1-4
|
18165 |
genezen |
genezen:
wīr gənézə (Q001p Zonhoven)
|
hij is weer op zijn effen (weer genezen) [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
gehuurde boerderij:
gehuurde boerderij (Q001p Zonhoven),
winning:
wɛneŋ (Q001p Zonhoven)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepensioeneerd (Q001p Zonhoven),
gəpénsjəneert (Q001p Zonhoven),
op pensioen:
op pensjoen (Q001p Zonhoven),
pensioen pakken:
ze pensjoen pákke (Q001p Zonhoven)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)] || met pensioen gaan || pensioen
III-2-2
|
31088 |
gepind werk |
gepind werk:
gepind werk (Q001p Zonhoven)
|
Schoenwerk dat met houten pennen is vervaardigd. [N 60, 148b]
II-10
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gəriemtn (Q001p Zonhoven),
gəroəmtən (Q001p Zonhoven)
|
een geraamte [ZND 01u (1924)] || geraamte [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
gereed:
geriet (Q001p Zonhoven),
gərĭĕt (Q001p Zonhoven),
klaar:
klèər (Q001p Zonhoven),
vaardig:
vīárich/vīárech (Q001p Zonhoven),
vjàrrəch (Q001p Zonhoven)
|
gereed || gereed, vaardig || klaar [ZND 01 (1922)] || klaar, vaardig || vaardig, gereed
III-1-4
|
19091 |
gerieflijk |
gemakkelijk:
ə gəmeͅkələk hoͅwəs (Q001p Zonhoven),
handig:
⁄n hennig haus (Q001p Zonhoven)
|
Gerieflijk huis. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|