25573 |
bewerken van het deeg op de werktafel |
afduwen:
ovdǭwǝ (Q072p Beverst),
afhouwen:
āfhǭwǝ (Q197p Noorbeek),
bewerken:
bǝwerkǝn (L321p Neeritter),
bijeenslaan:
bejēšloa (Q117a Waubach),
de gang uithouwen:
dǝ garyk ūthǭwǝ (L317p Bocholt),
de rijs doorslaan:
dǝ rē.s dō.ršlǭ.n (L290p Panningen),
deeg met stukken doorslaan en het een op het ander duwen:
dęjx mɛt støkǝ dǭrslǭn ɛn ǝt ęjn op ǝt aŋǝr dyjǝ (L292p Heythuysen),
doorhouwen:
dōrhǫwǝ (Q191p Cadier),
dūrhǭwǝ (L317p Bocholt),
dǭrhǫwǝ (Q021p Geleen),
doorkneden:
durkni-jǝ (L372p Maaseik),
dǭrknęjǝ (L292p Heythuysen),
doorslaan:
doorslaan (Q187a Heugem, ...
L432a Koningsbosch,
Q015p Stein),
durslun (L372p Maaseik),
duǝršluǝn (Q193p Gronsveld),
dørexšlǭǝ (Q202p Eys),
dørslõn (K278p Lommel),
dørsløn (Q180p Mal),
dørxšloa (Q121c Bleijerheide, ...
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade,
Q112p Voerendaal,
Q117a Waubach),
dø̜rslǭ (L265p Meijel),
dø̜rslǭn (L163p Ottersum),
dō.ršlǭ.n (L290p Panningen),
dōrslōn (Q095p Maastricht, ...
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
dōrslǭn (L250p Arcen, ...
L292p Heythuysen,
L269a Hout-Blerick,
L377p Maasbracht,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo),
dōršlōn (Q097p Ulestraten),
dōršlǭn (L291p Helden, ...
L383p Melick,
L299p Reuver,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
L270p Tegelen),
dōršlǭǝn (Q019p Beek),
dūrslǭn (Q035p Brunssum),
dūršlun (Q198b Oost-Maarland),
dūršlǫw (Q035a Rumpen),
dǫr slōwn (P176a Melveren),
doorwerken:
dørxwerkǝn (Q121p Kerkrade),
droogkloppen:
drwux klopǝ (Q097p Ulestraten),
drwø̜x klopǝ (Q099q Rothem),
drygklǫpǝ (L317p Bocholt),
dryx klopǝ (Q121p Kerkrade),
dryǝx klopǝ (L312p Neerpelt),
drȳ.x klǫpǝ (Q117a Waubach),
drȳxklopǝ (Q204p Wittem),
dręjx klopǝ (Q072p Beverst),
droogkneden:
drȳǝxknē̜ǝ (Q202p Eys),
drø̄xknęjǝ (Q021p Geleen),
droogslaan en afknijpen:
drø̄xslǭn ɛn afknipǝ (L163p Ottersum),
droogslaap:
drȳx šloa (Q112p Voerendaal),
drø̄x slǭn (L331p Swalmen),
droogwerken:
droogwerken (K314p Kwaadmechelen),
dryǝxwerkǝ (Q121c Bleijerheide),
dryǝxwęrkǝ (L270p Tegelen),
drȳxwekǝ (Q035a Rumpen),
drȳxwerkǝ (Q121p Kerkrade),
drȳxwęrkǝ (Q191p Cadier, ...
L269a Hout-Blerick),
drȳǝx węrkǝ (L291p Helden),
drȳǝxwē̜rǝkǝ (L265p Meijel),
drø̄x wɛrǝkǝ (P176a Melveren),
drukken:
drø̜kǝ (Q097p Ulestraten),
gaan:
gǭn (L291p Helden),
gǭǝ (Q197p Noorbeek),
ineenhouwen:
ineenhouwen (Q036p Nuth),
inhouwen:
enhǭn (P176b Bevingen),
enhǭwǝ (Q113p Heerlen),
inkloppen:
ęnklǫpǝ (Q012p Rekem),
inslaan:
e-šloa (Q121p Kerkrade),
enšloa (Q112p Voerendaal),
enšlǭn (L432p Susteren),
ęnslǭn (Q012p Rekem),
kloppen:
kloppen (Q121e Kaalheide, ...
L321p Neeritter),
kneden:
(het deeg wordt) gǝknē̜t (L387p Posterholt),
knē̜ǝ (L290p Panningen),
knē̜ǝę (Q033p Oirsbeek),
laten gaan:
lǭtǝ gǭn (Q021p Geleen),
laten rusten:
lǭtǝ ręstǝ (Q002p Hasselt),
mengen:
meŋǝ (Q035p Brunssum),
neerduwen:
nērdyjǝ (Q021p Geleen),
neerhouwen:
nīárhōwǝ (Q082p Munsterbilzen),
neerslaan:
nø̄ršlǫw (Q035a Rumpen),
nērslōn (Q095p Maastricht),
nēršlōn (Q097p Ulestraten),
nēršlǭn (L432p Susteren),
nog eventjes laten rijzen:
nax ęfkǝs lǭtǝ rīzǝ (L291p Helden),
opkneden:
opknējǝn (L414p Houthalen),
opzetten:
opzɛtǝ (Q035p Brunssum),
platduwen:
platduwen (Q180p Mal),
plàtdǭwǝn (Q082p Munsterbilzen),
plathouwen:
plathawǝ (Q204p Wittem),
plathowǝ (Q198p Eijsden),
plathōwǝ (P177p Zepperen),
plathǫwǝ (Q191p Cadier, ...
Q095p Maastricht,
L427p Obbicht),
platkloppen:
plat klǫpǝ (L291p Helden),
platklopǝ (Q038p Amstenrade, ...
Q202p Eys,
Q203p Gulpen,
L269a Hout-Blerick,
L414p Houthalen,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q095p Maastricht,
Q099q Rothem,
Q020p Sittard,
L270p Tegelen),
platslaan:
platslaan (L265p Meijel),
platslǭn (L312p Neerpelt),
platšloa (Q112p Voerendaal),
platslagen:
platslāgǝ F17356 (L271p Venlo),
pletten:
plɛtǝ (Q117a Waubach),
rijzen:
ręjzǝn (Q095p Maastricht),
rijzen en doorslaan:
rīzǝ ɛn dōrslǭn (L269p Blerick),
rolllen:
rǫlǝ (L318b Tungelroy),
slaan:
slǭn (L321p Neeritter),
slaan over de pols:
slǭn ōvǝr dǝ pǫls (L163p Ottersum),
toehouwen:
tǫwhǫwǝ (Q095p Maastricht),
toeren:
tūrǝ (Q097p Ulestraten),
toeslaan:
tušlōn (Q099q Rothem),
voorbewerking:
vȳrbǝwęrkeŋ (Q112p Voerendaal),
voorrijzen:
vø̜rrīzǝ (L290p Panningen),
voorslag:
vørslāx (K314p Kwaadmechelen),
zakken:
zakǝ (Q002p Hasselt)
|
De vraagstelling van N 29, 30b was: Welke bewerking ondergaat het deeg hier (op de werktafel): 1. platkloppen. 2. droogwerken. 3. doorslaan, 4. nog andere bewerkingen? Deze vraagstelling heeft de informanten toch wel problemen bezorgd bij de invulling. Woordtypen uit groep 4 en uit groep 1, 2 en 3 die per se iets anders aanduiden dan "platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan", zijn naar de desbetreffende lemmata overgebracht. In dit lemma zijn vooral de synoniemen van ..platkloppen", "droogwerken" en "doorslaan" verwerkt. De voorrijs wordt beëindigd door de doorslag. Wanneer het deeg in de trog ligt, wordt het met de hand in stukken verdeeld, die gevouwen en gekneed worden, zodat het grootste gedeelte van het gevormde koolzuurgas en de gevormde alcohol eruit verwijderd worden (Schoep blz. 97). Door de doorslag wordt echter ook de kleefstof weer in aanraking ge-bracht met nieuw, ongebonden water, waardoor de nazwelling van de kleefstof bevorderd wordt. Hierdoor wordt het deeg droger (Schoep blz. 98). [N 29, 30b; N 29, 34; monogr.]
II-1
|