e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstrok borst: bøst (Halen), borstlap: boͅrslap (Lummen), borstlijf: boͅrstlīf (Eisden), borstlijfje: boͅslaifkə (Millen), boͅsleͅfkə (Tongeren), borstrok: boersjrok (Borgharen), boorsrok (Caberg, ... ), boorstrok (Meijel), borschrok (Beek, ... ), borsjrok (Munstergeleen, ... ), borsrok (Beek, ... ), borstrok (Blerick, ... ), borstrok [boͅrstroͅk} (Neerharen), bosroͅk (Vliermaal), bōͅrstroͅk (Achel), boͅrsroͅk (Boorsem, ... ), boͅrstrok (Kermt), brosrok (Eygelshoven), bòòrsrok (Posterholt), bórsjròk (Hoensbroek), bórsrók (Roermond), bórstrok (Roermond, ... ), +/- 1945  borstrok (Venray), Dunner dan sjtoep.  borsjrok (Schimmert), gebreid van jaeger  borsrok (Venlo), gedragen onder het hemd  borstrok (Eijsden), in enkele gevallen nog gedragen door mensen ouder dan 70  borstrok (Tienray), informant: is van tricot  borstrok (Boeket/Heisterstraat), informant: voor mannen  borsrok (Maasniel), Mannen.  borstrok (Heerlen), mannenonderhemd met mouwtjesm gedragen door mannen vanaf ±14 jaar  borsrok (Vaals), nog maar zeer zelden gedragen  borsrok (Stramproy), vgl. humperok* (hemdrok).  boorsrok (Maastricht), werd onder het hemd gedragen  borsrok (Schaesberg), wordt gedragen over het lijfke  boorsrok (Itteren), wordt nog gedragen door mensen op hogeren leeftijd  boorsrok (Maastricht), wordt nog gedragen door vrouwen van boven de 55 jaar  borsrok (Tegelen), zie ook lyfke.  boësrok (Gronsveld), borstrokje: borströkske (Aldeneik), brassiretje (<fr.): brasjèèrke (Sint-Truiden), cache-corset (fr.): kaskorsē (Hamont), kaškoͅrse (Hasselt), kaṣkorse: (Paal), casaquin (fr.): Fr. casaquin, voor vrouwen  kazekĕ (Uikhoven), combinaison (fr.): koͅmbĕnezo͂ (Hasselt), flanel: In zomer. WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.  flanel (Schimmert), WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.  flanel (Brunssum), gestrikt ondergoed: gestrik ondergoed (Eigenbilzen), giletje (<fr.): žəlēkə (Bree), hart: hat (Opheers), hemdenrok: hemperok (Hout-Blerick), humperok (Maastricht, ... ), [sic, cfr. ook vraagstelling]  humperok (Maastricht), hemdrok: haemdrók (Sevenum), haemprok (Blerick, ... ), hemdrok (Horst, ... ), heͅmproͅk (Lommel), himdrok (Venray, ... ), hŭmprok, heumpròk (Maastricht), hémdrok (Gennep), hémprok (Baarlo), hêmprok (Weert), +/- 1925  hemdrok (Venray), gemaakt van flanelm molton of wol  himdrok (Venray), Ontwikkeling van homorganische (bilabiale) b na m.  heͅmbrok (Lommel), vroeger gemaakt van flanel en nu meer interlock of jaegerwol  himdrok (Venray), hemdsrok: hempsrok (Tegelen), hemsrŏk (Meijel), hĕĕmdsrok (Panningen), heͅmsroͅk (Meijel), hĭmpsrók (Egchel), hémsròk (Meijel), spelling: Frings  hömsròk (Paal), jupon (fr.): Van Dale (FN): jupon, (onder)rok.  jupon (Zonhoven), kamizool (<fr.): kamesaol (Stokkem), kamezaol (Tungelroy), kamezol (Hoeselt), kammezaol (Grathem, ... ), kammezool (Kinrooi, ... ), kammezòòl (Haelen), gedragen door mensen vanaf 50 jaar in de winter  kammezool (Ell), kamizooltje (<fr.): kammezeulke (Grathem), keurslijf: kieërslijf (Bilzen), knooplijfje: met knopen  knōōpliefke (Hoensbroek), lijf: lewf (Rotem), lijfje: lafkə (Opheers), lefkə (Beringen, ... ), leifke (Oost-Maarland, ... ), leifkə (Rotem), lejfke (Bree), lejfkə (Stokkem), lēͅfkə (Sint-Truiden), lĕfkə (Boekt/Heikant), leͅ`fkə (Hechtel), leͅfkə (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), leͅifkə (Genk, ... ), leͅjfkə (Val-Meer), lie:fke (Meijel), liefje (Bleijerheide), liefke (Amstenrade, ... ), lifke (Limbricht, ... ), lifkə (Kaulille), lijfke (Eijsden, ... ), līēfke (Schimmert, ... ), līfkə (Bocholt), lyfke (Gronsveld), lèfke (Sint-Truiden), léjfke (Bree), lɛfkə (Paal), [sic]  lēkə (Leopoldsburg), citaat informant: "als kind tot +-10 droegen wij een liefkem daarna gelukkig niet meer  liefke (Susteren), informant: bij kinderen  liefke (Panningen), informant: is van linnen  liefke (Boeket/Heisterstraat), informant: voor vrouwen  liefke (Maasniel), sleeptoon  lîefke (Waubach), Uitsl. verkl.  liefke (Weert), onderjak: ondǝrjak (Kelmis), onderjakje: ondərjeͅkskə (Bree), onderlijf: onderlijf(ken) (Lommel), ondəRlai.f (Tongeren), onnerlijf (Mal), oͅndərlif (Bree), oͅnərlef (Rosmeer), oͅnərlēv (Grote-Spouwen), u:nərlif (Opglabbeek), unərlēͅf (Romershoven), óngerlief (Susteren), ôôngerlief (Neeritter), onderlijfje: onderlefke (Rummen (WBD)), ongerlifke (Sittard), onərleifkə (Eigenbilzen), oͅndərleͅfkə (Borgloon), oͅndərlifkə (Teuven), oͅnərleͅfkə (Riksingen), óngerliefke (Tungelroy), onderstoep: ongerstub (Brunssum), oondersjtuub (Mechelen), oͅndərštup (Teuven), onderwambuis: ondərwaməs (Beverlo), onnerwammes (Lummen), overwerpkiel: uvverwerpkeel (Bocholtz), slaaplijf: slapleif (Lommel), slāpleͅif (Lommel), sloapli-jf (Bree), sloaplijf (Bree), sloplēͅf (Diepenbeek), slōplēͅf (Borlo), sluopla.if (Tongeren), sləplēͅf (Beverlo), sləpleͅf (Kwaadmechelen), stoep: schtoep (Mechelen, ... ), sjtŏĕb (Klimmen), sjtub (Sittard, ... ), sjtup (Brunssum, ... ), sjtuup (Puth), sjtüp (Klimmen), stup (Geulle, ... ), stuûp (Bree), borstrok wordt veelal vervangen door een T-shirt  sjtuup (Epen), Kort boerenbovenkleed.  schtoeb (Valkenburg), nog gedragen bij koud weer  sjtoeb (Klimmen), stoepje: sjtupke (Einighausen), sjtuupke (Herten (bij Roermond)), sjtüpke (Waubach), stoepke (Bree), stübke (Puth), tabbaard: Tabberd.  tabərt (Beverlo), tricot (fr.): triko (Uikhoven), wambuis: wa(oͅ)məs (Spalbeek), waməs (Beringen), wawmes (Sittard), wāməs (Borgloon), wambuisje: weimeske (Dilsen), weməskə (Zolder), weͅjməskə (Bree), wollen lijf: wolle lief (Puth) #NAME? || 1. borstrok || 2) borstrok voor vrouwen || borstrok || borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen || borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] || borstrok, warme onderkleding, gedragen over het hemd (borsrok, hemdrok, hemdsrok, hemsrok) [N 02 (1960)] || borstrok, warme wollen onderkleding || Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)] || borstrok; trui in vestvorm met knopen, slagerstrui || destijds een borstrok die over het nachthemd gedragen werd || Een onder het werkhemd gedragen hemd om het zweet in op te vangen. [monogr.] || hemdrok || Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] || Vrouwenondergoed [ook: lingerie, linergie?] [N 114 (2002)] || warm onderkledingstuk, boven het hemd gedragen || wollen borstrok II-4, III-1-3