e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodskleed aflegkleed: aaflìgk-kleid (Klimmen), baarkleed: baarkleit (Meeswijk), baorkleid (Echt/Gebroek, ... ), baorkleit (Meeswijk), beste kleren: beste kleren (Mesch), met het beste stel kleren waarover hij\\zij beschikte  beste kleren (Kwaadmechelen), beste kostuum: beͅstə kostøm (Borlo), zijn beste kostuum en schoenen (Bree), beste pak: beste pak (Mheer, ... ), bruidshemd: vroeger werd het lijk bekleed met het hemd dat men bij het huwelijk droeg  broedshemd (Horst), wordt meestal als doodskleed gebruikt  bruidshemd (Amstenrade), bruidspak: broedspak (Maastricht), ceremoniekostuum: Mannen.  ceremoniekostuum (Rosmeer), dodenhemd: doeëdehemme (Bleijerheide, ... ), doeïde-humme (Klimmen), dodenhemd  dodohemd (Gennep), dodenkleed: dodenkleed (Panningen), dodenmantel: dodenmantel (Beesel, ... ), dodenmantel van wit linnen (Stokkem), doewdemangtel (Waubach), doeëdemantel (Ubachsberg), doodenmantel (Sint-Odiliënberg), dōēdemantel (Mechelen), zg. doodenmantjel, gegarneerd met kant (Thorn), donker kostuum: donker kostuum (Rotem), doodsdingen: doodsdinge  dytsdĕŋə (Boekt/Heikant), doodshemd: daodshumme (Urmond), doadshèmdj (Horn), doatshumme (Weert), doatshummə (Holtum), dodshemd (Blitterswijck, ... ), dodshimd (Afferden, ... ), dodshɛmd (Wintershoven), doe-utshu-emme (Weert), doeadshumme (Stevensweert), doedshaemd (Venlo), doedshemd (Beesel, ... ), doedshemp (Hout-Blerick), doedshēmme (Schimmert), doedshumme (Maastricht, ... ), doedshump (Gronsveld, ... ), doedshùme (Maastricht), doeedshumme (Neeritter, ... ), doeëdshumme (Ell, ... ), doidshumme (Schimmert, ... ), doodshaimd (Maasniel), doodshemd (America, ... ), doodshemp (Roermond, ... ), doodshumme (Amstenrade, ... ), doodshèmd (Oirsbeek), dooidshumme (Stevensweert), dootshumme (Sittard), dotshemd (Heijen, ... ), dowətsheͅm (Lommel), doëdshaemd (Blerick, ... ), doëdshaemp (Venlo), doëdshemd (Tegelen, ... ), doëdshumme (Hoensbroek), dōēdshumme (Tungelroy), dŏĕdshummə (Maastricht), dutshem (Hamont, ... ), duwətshøm (Kwaadmechelen), dūəshøm (Paal, ... ), dwadshummə (Elsloo), dódshimd (Castenray, ... ), dóodshumme (Oirsbeek), dôdshemd (Oirlo), dôdshimd (Venray), dôedshemp (Belfeld), dôodshumme (Lutterade, ... ), dôôdshumme (Puth), dôôdshèèmdj (Haelen), dödshemd (Ottersum), døtshømə (Diepenbeek, ... ), wit doeëdshemme (Heerlen), #NAME?  doodshemd (Lommel), [sic]  døͅsthem (Achel, ... ), bekleding van de dode wanneer hij in de doodskist wordt gelegd  dòtshémt (Meijel), de dode wordt afgelegd (opgebaard): dr doeëde waet op der sjoof gelaat  wit doeëtshemp (Bleijerheide), doodshemd  dy(3)tshømə (Boekt/Heikant), Een zijden schijnhemd: half hemd met mouwen, in de hals toegebonden.  døtshimme (Hoeselt), gemaakt door nonnen van wit laken  doidshumme (Ulestraten), Katoenen wit lang hemd [als 000-Ia].  dōēdshumme (Hoensbroek), Katoenen wit lang hemd.  dōēdshumme (Hoensbroek), lang en wit  doodshemd (Schinveld), moet ook de voeten bedekken  dôedshämb (Vaals), tot 25 jaar geleden: -  doodshemdj (Buggenum), van zij, satijn of ander stof  doedshimd (Eijsden), verouderd  doodshemd (Tegelen), voor man  doidshumme (Schinnen), wit met zwart lint in de vorm van kruisjes; oude vrouwen hebben dit al klaar liggen in de linnenkast  dodshemt (Geysteren), Wit lang kleed.  doodshumme (Sittard), wit linnen hemd met zwart strikje  doaadshumme (Meerssen), wit met lange mouwen, hals omgeven door breeden kraag, soms afgezet met zwart  doëdshaëmd (Venlo), wit, soms geplooid; bij kinderen met blauwe lintjes  doadshemd (Oostrum), doodskleder: doadskleijer (Guttecoven), doatskléijər (Holtum), dodsklier (Sevenum), doedskleier (Hoensbroek, ... ), doedsklèjer (Mheer, ... ), doetskleier (Borgharen), doetskleijer (Mesch), doetsklèjer (Bocholtz), doeëdskleier (Hoensbroek), doodskleijer (Grathem, ... ), doodsklejer (Wijk), dotsklè (Meijel), doëdskleijer (Blerick), dōēdsklèjer (Jabeek), dōͅtskleͅiər (Zichen-Zussen-Bolder), dudsklir (Herk-de-Stad), dūdskleijər (Bocholt), dūtskleͅjər (Maaseik), dūtsklīr (Borlo), dôôdskleijer (Puth), dətsklijər (Linkhout), bekleding van de dode wanneer hij in de doodskist wordt gelegd  dòtsklé (Meijel), doodsklier  dytsklīr (Boekt/Heikant), doodskleders: dūdskleͅjāš (Bocholt), doodskleed: doatskleid (Weert), doawdskleid (Susteren), dodskleed (Heijen, ... ), dodskleid (Egchel), dodskliejed (Merselo), dodskliēd (Bergen), dodskliêd (Bergen), dodsklîed (Sevenum), dodsklîêd (Afferden), doedskleed (Gronsveld, ... ), doedskleid (Amby, ... ), doedsklèd (Heugem, ... ), doedsklèdt (Heugem), doedsklèèd (Caberg, ... ), doedskléd (Wijk), doeedskleid (Neeritter), doeoodskleid (Grathem), doetskleed (Bocholtz, ... ), doetskleid (Borgharen), doeudsklèèd (Gulpen), doewetskleed (Vijlen), doeëdskleed (Heerlen, ... ), doeëdskleid (Leveroy), doeëdsklèd (Hoensbroek), doeətsklijt (Wijlre), doidskleid (Hulsberg), doodskleed (Boekt/Heikant, ... ), doodskleed met zwarte strik (Teuven), doodskleet (Heerlerheide), doodskleid (Amstenrade, ... ), doodsklied (Sevenum), doodsklèd (Echt/Gebroek), dooədskleed (Hoensbroek), dotskleiət (Lommel), doudskleid (Beek), doädskleid (Munstergeleen), doèds kleid (Tegelen), doèdskleid (Reuver), doëdskleid (Blerick, ... ), doëdsklied (Venlo), doëdskliëd (Horst), doədskleid (Valkenburg), dōōdskleid (Schimmert), dōtsklēt (Zichen-Zussen-Bolder), doͅtsklēͅt (Teuven), dudsklieëd (Eksel, ... ), duudsklied (Lummen), duədsklit (Hasselt), duətskliət (Tessenderlo), dydsklijət (Halen, ... ), dytsklijət (Zelem), dòdskleed (Middelaar), dódsklieëd (Castenray, ... ), dôetskleed (Koningsbosch), dôodskleed (Brunssum), dôêdsklĕjd (Panningen), dôêtskleet (Beegden), dôôdskleed (Merkelbeek), dôôdskleid (Haelen, ... ), dôôdsklîêd (Oirlo), dödskleed (Ottersum), wit doetskleid (Maastricht), wit doodskleed (Borgharen), wit doodskleid (Sittard), witte tulle doodskleed (Venlo), apart hiervoor gemaakt  wit doodskleed (Mesch), doetskliejet  duwətsklijət (Beringen), doodsklîed  duətskliət (Beringen), heel lang met zwarte strik aan de hals  doidskleid (Dieteren), hoorde bij de uitzet  dôodskliëd (Oirlo), Kun je kopen of krijg je.  dòòdskleid (Stein), lang wit kleed  doedskleed (Mheer), linnen hemd  doe-edskleid (Herten (bij Roermond)), nu steeds meer een volledig kostuum (pak)  dôdsklieëd (Oirlo), papieren, linnen  doodskleed (Herten (bij Roermond)), Soms geel. Soms was dit al vóór de dood pasklaar.  wit doodskleed (Borgharen), soms voor gehuwden ook het bruidskleed  doeëdskleed (Heerlen), Van goedkope zijde, met kruis erin geborduurd.  doədskleid (Valkenburg), voor vrouw  doidskleid (Schinnen), wit  doadskleed (Bergen), doeëdskleid (Blerick), wit laken  dodskleed (Siebengewald), Wit lijkwaad; ook wel pyama, ook wel costuum (meer sporadisch).  doodskleid (Buchten), wit linnen of katoen; voor gehuwde vrouw soms met zwarte strikjes  dodskleed (Well), wit met blauw afgezet voor ongehuwde jonge vrouw; wit met zwart afgezet voor gehuwden  dodsklied (Venray), wit met drie zwarte (bij ongehuwden blauwe) strikjes  doodskleed (Tienray), wit met zwarte strikjes op de borst  doodskleed (Stein), witte katoen, lang en lange mouwen  doodskleed (Waubach), doodskleren: dutskliərə (Donk (bij Herk-de-Stad)), was een papieren doodsmantel  doodskleren (Baarlo), doodslaken: doodslaken (Leopoldsburg), dōtsloͅukə (Riksingen), doodslaken  duətslōͅkə (Leopoldsburg), doodsmantel: doadsmantel (Geulle), doadsmantjel (Horn, ... ), doatsmantjel (Roosteren), dodsmangkel (Egchel), dodsmantel (Arcen), doeadsmantjel (Heel), doedsmanjtel (Oirsbeek, ... ), doedsmankel (Baarlo, ... ), doedsmantel (Blerick, ... ), doedsmantjel (Oirsbeek, ... ), doeedsmanjtel (Neeritter), doeoodsmantjel (Grathem), doetsmankel (Hout-Blerick), doetsmantel (Itteren), doetsmantjel (Tungelroy), doewedsmantel (Velden), doeëdsmankel (Helden/Everlo), doeëdsmanktel (Nieuwenhagen), doeëdsmantjel (Ell), doeədsmantəl (Bocholtz), doeətsmantəl (Wijlre), doidsmantel (Thorn), doidsmentjel (Stein), doodsmaantel (Lottum), doodsmantel (Amby, ... ), doodsmantjel (Doenrade, ... ), doodsmènjtjel (Einighausen), dootsmaantel (Vijlen), dootsmantjel (Munstergeleen), doëdsmankel (Maasbree, ... ), doëdsmantel (Velden, ... ), dŏŏdsmantel (Nunhem), dutsma.ŋtəl (Lanklaar, ... ), dwatsmentəl (Born), dytsm.ntəl (Opglabbeek), dôetsmankəl (Hout-Blerick), dôêdsmankel (Panningen, ... ), dôôdsmantel (Klimmen), franse boîte  doîtsmantəl (Berg-en-Terblijt), katoen  doodsmantel (Grubbenvorst), lang in plooien gelegd katoenen kleed  doodsmantel (Blerick), lange mantel die tot over de voeten reikte, om de hals een geplooide kraag bijeengehouden door een zwart lintje  doodsmantel (Geulle), met zwart lint voor gehuwden en blauw(meisje) of groen (jongen) voor ongehuwden  doodsmantel (Amstenrade), oi als moi (fr.)  doitsmentjel (Urmond), ongehuwden met blauw lint; gehuwden met zwart lint  doodsmantel (Puth), oowaa - franse oi van toi maar langer  doowaatsmentjəl (Berg-aan-de-Maas), over het hemd  doodsmantel (Buggenum), Rozenkrans in de biddend gevouwen handen.  doodsmantel (Einighausen), soms werd door de overledene bij leven al bepaald dat de draad en de naald waarmee het doodskleed werd dichtgenaaid in de stof moest blijven steken  doodsmantel (Pey), tot over de voeten  doodsmantel (Hunsel), van wit linnen met aan neuszijde 3 zwarte linten  doodsmantel (Bingelrade), verouderd  doodsmantel (Tegelen), vroeger werkelijk een witte mantel; nu wot, geplooid, met zwarte lintjes, bij ongetrouwde blauwe  doadsmantel (Venray), wit linnen afgezet met zwart strikje of randje  doodsmantjəl (Schinveld), wit linnen of katoen; voor gehuwde vrouw soms met zwarte strikjes  dodsmantel (Well), wit of bruin  doodsmantel (Weert), wit, gerimpeld  dôêtsmaantjel (Beegden), doodspak: doedspak (Wijk), gewaad: gewāād (Schimmert), gewaad, papieren -: papieren gewaad (Valkenburg), gewone kleder: gəwyn kleͅ.iər (Opglabbeek), gewone kleding: gewone kleding (Venlo), gewone kleren: gewone kleren (Maaseik), hemd: heume (Wijk), in een hemd (Maaseik), Mannen.  hemd (Romershoven), hemd met zwart kruis: hemd met zwart kruis (Neerpelt), jak: jak (Susteren), kleder: klɛijər (Mechelen-aan-de-Maas), Klier voor te bereiden.  klīər (Sint-Truiden), kleed: Nu: man: ofwel kostuum ofwel in overhemd vrouw: wit nachtkleed Vroeger: man: kostuum vrouw: kleed of nachtkleed  kleed (Sint-Truiden), vrouw  kleed (Herk-de-Stad), kostuum: in kostuum (Neeroeteren), kostuum (Bocholt, ... ), evt. trouwkostuum.  kostuum (Herk-de-Stad), Man.  kostum (Sint-Truiden), Nu: man: ofwel kostuum ofwel in overhemd vrouw: wit nachtkleed Vroeger: man: kostuum vrouw: kleed of nachtkleed  kostuum (Sint-Truiden, ... ), laken: laken (Bree, ... ), loͅukə (Riksingen), wit laken (Teuven), wit laoke  wit loͅkə (Millen), lang kleed: langkleed (Mechelen), lang linnen kleed: soort lang linnen kleed (Bree), lang wit hemd: lang wit hemd (Blerick), lang wit hemd (man) (Eksel), zeer lang wit hemd (Kwaadmechelen), lang wit kleed: lang wit kleed (Munstergeleen, ... ), reikt tot de voeten  lang wit kleed (Bergen), lang zwart kleed: Vrouwen.  lang zwart kleed (Rosmeer), lijkdingen: lijkdinge  lēͅkdĕŋə (Boekt/Heikant), lijkdoek: lēͅgduk (Borgloon), liekdoēk (Castenray, ... ), lijkendoek: liekendook (Valkenburg), lijkenkleder: liekekleijer (Wijk), lijkenmantel: wit; alleen een voorkant  liekemantel (Mechelen), lijkhemd: lijkhemd (Nuth/Aalbeek), lijkkleder: leͅkklijər (Linkhout), liek kleijer (Ell), lijkkleer  leͅiklīr (Beverlo), lijkklier  lēͅklīr (Boekt/Heikant), lijkkleed: leͅikkleiət (Lommel), leͅklit (Hasselt), lijkkleed (Waubach), is wit van kleur  liekkleid (Munstergeleen), lijkklied  lēͅkliət (Beringen), mannen: kostuum vrouwen: beste kleed  lijkkleed (Tongeren), soms ook met zn beste costuum of trouwpak bij mannen  lijkkleed (Waubach), lijkkleren: leͅikliərə (Halen), lijkwaad: van linnen gemaakt; wijd en lang  liekwaad (Swalmen), linnen doodshemd: linnen doodshemd (Roermond), linnen kleed: linne kleed (Guttecoven), linnen stof: linnə stoͅf (Hoeselt), mantel: mantel (Jabeek, ... ), nachthemd: na.xtheͅmt (Ophoven), nachthemd (Posterholt), naxhømə (Borlo), Sober versierd.  lang wit nachthemd (Rosmeer), nachtkleding: man  nachtkleding (Herk-de-Stad), nachtkleed: naxklīt (Borlo), nāxklet (Vliermaal), wit nachtkleed (vrouw) (Eksel), bij vrouwen  nachtkleed (Tongeren), Nu: man: ofwel kostuum ofwel in overhemd vrouw: wit nachtkleed Vroeger: man: kostuum vrouw: kleed of nachtkleed  nachtkleed (Sint-Truiden), wit nachtkleed (Sint-Truiden), Vrouw.  nachtkleed (Sint-Truiden, ... ), overhemd: Nu: man: ofwel kostuum ofwel in overhemd vrouw: wit nachtkleed Vroeger: man: kostuum vrouw: kleed of nachtkleed  overhemd (Sint-Truiden), Wit -.  overhemd (Lummen), pak: pak (Boekt/Heikant), papieren doodshemd: papiere dotshemd (Meijel), papieren doodskleder: papiere dotsklè (Meijel), papieren kleed: papieren kleed (Guttecoven), zijden of papieren kleed (Tungelroy), plastic zak: plastikeə zak met ən rits (Riksingen), plastikkə zak (Hoeselt), Recent.  plastic zak (Tongeren), pon: pón (Bree), pyjama: pyama (Puth, ... ), Man.  pyjama (Velm), thans  pyama (Tegelen), rouwkleder: rouwklèjer (Bemelen), rouwkleding: rauwkleijing (Oirsbeek), rouwkleed: rouwkleed (Borgloon), rouwkostuum: rouwkostuum (Borgloon, ... ), slaapkleed: slaapkleed (Boekt/Heikant, ... ), slopklijət (Zelem, ... ), trouwpak: trouwpak (Bree), voile: voile (Lanklaar), walmkleed: waamklèd  wamkleͅt (Millen), wit doodshemd: wit doedshemd (Kerkrade), wit doodshemd (Kerkrade, ... ), wit geplooid kleed: wit geplooid kleed (Haelen), wit gesteven hemd met stropdas: Mannen.  wit gesteven hemd met stropdas (Rosmeer), wit kleed: wit kleed (Eind, ... ), wit linnen: soms met zwarte strik  wit linnen (Tungelroy), witte doodsmantel: witte doodsmantel (oud laken) (Lanklaar), witte kapmantel: witte kapmantel (Neeritter), zijden kleed: zijden of papieren kleed (Tungelroy), zondags kostuum: sondaxs kostøm (Borlo), zondagse kleren: zondagse kleren (Ketsingen, ... ), Man zo mogelijk in trouwpak, vrouw idem.  zondagse kleren (Rekem), Voor man zo mogelijk het trouwpak.  zondagse kleren (Mechelen-aan-de-Maas), zwart kleed: zwat kleed (Vliermaal), zwart kostuum: bij mannen  zwart kostuum (Tongeren), Voor vrouwen.  zwat kəstym (Vliermaal), zwart pak: zwart pak (Bree), vroeger werd de dode man in zijn zwart pak gekleed en zo in de kist gelegd  zwart pak (Eijsden), zwarte jurk: Oudere vrouwen  zwarte jurk [of iets dgl.} (Romershoven) baarkleed || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodhemd || doodshemd || doodskleed || doodskleed/doodsmantel || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || doodskleren; hadden ze een bijzondere naam? [VC 30 (1964)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] || lijkkleed || lijkkleed, dekkleed over de doodkist || lijkwade III-2-2