22622 |
kaatsen |
bal houwen:
bal huuwə (L217p Meerlo),
ballen:
ba.lə (Q249p Aubel),
ba.ḷn (L414p Houthalen),
baln (Q071p Diepenbeek),
balə (L244c America, ...
L297p Belfeld,
Q072p Beverst,
L269p Blerick,
L215p Blitterswijck,
L247p Broekhuizen,
L214a Geysteren,
L249p Grubbenvorst,
P195p Gutshoven,
L246c Hegelsom,
P188p Hoepertingen,
L246p Horst,
L246p Horst,
P055p Kermt,
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
L246b Melderslo,
L245p Meterik,
L382p Montfort,
P117p Nieuwerkerken,
L216p Oirlo,
L293p Roggel,
L266p Sevenum,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
Q206p Slenaken,
L270p Tegelen,
Q166p Vechmaal,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L386p Vlodrop,
P227p Vorsen,
L214p Wanssum,
L213p Well,
L215a Wellerlooi,
Q005p Zutendaal),
baḷn (K315p Oostham),
bâlə (L325p Horn),
beter
balə (L210p Venray),
kaatsen onbekend
balə (L329p Roermond),
bet de bal spelen:
bi də ba.l tə spe.lə (P052p Schulen),
bi də bal tə spe.lə (P184p Groot-Gelmen),
bidə ba.l tə spe:lə (P058p Stevoort),
bidə ba.l tə spe:ələ (P222p Opheers),
bö də bal tə spe.ələ (P223p Rukkelingen-Loon),
bö də bal tə speilə (P181p Muizen),
bə də ba.l tə spelə (P178p Brustem),
bə də balə tə spɛ.ilə (P176p Sint-Truiden),
bədəd bal tə spe.lə (P197p Heers),
bɛ də bal tə spe.ilə (P047p Loksbergen),
bɛ də bal tə spe.lə (P048p Halen, ...
P050p Herk-de-Stad,
P046p Linkhout),
bɛ də bal tə spe:lə (Q075p Vliermaalroot),
bɛ də bal tə spɛ.lə (P045p Meldert, ...
P044p Zelem),
bɛdə bal tə spi.ilə (Q078p Wellen),
bɛdə bâ.l tə spê.lə (Q002p Hasselt),
bikkelen:
met ballen gooien
bikələ (L163p Ottersum),
bollen:
bulə (K360p Heusden, ...
Q001p Zonhoven),
bonken:
buŋkə (K316p Heppen),
Bonken, bonkte, gebonkt.
bonken (K318p Beverlo),
brikkelen:
brigələ (L432p Susteren),
de bal over gooien:
Sub II. bal, vgl. ook dee de bal/baal goejt, moot ouch de bal/baal verwachte: wie kaatst, moet de bal verwachten.
ze goeje zich de bal/baal euver (Q095p Maastricht),
happen (<fr.):
[sic]; /en hapköse/, een hapkussen = een ronde bal.
hapə (Q188p Kanne),
kaatsballen:
koͅzjbalə (K318p Beverlo),
[sic]
(tə) kuisbalkə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
(tə) kuitsbalkə (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kaatseballen:
katsəbalə (L413p Helchteren),
kjalleballe"is afgeleid van "un-deux-trois qui a la balle, die het meeste lachen kan die heeft de bal!"(ook een meisjesspel)
kozzeballe (Q083p Bilzen),
men zegt hier katseballen
katseballen (P045p Meldert),
Ook: kaatse. De meisjes spelen dit spel met één of meerdere kaatseballen. De bal(len) worden onder het zingen van een liedje tegen de muur of in de lucht geworpen en weer opgevangen of ook wel naar elkaar toe gegooid. Vaak ook gespeeld als wedstrijdspel, wie t langst volhoudt, is winnaar. Het missen van een bal betekent beurtverlies.
kaatseballe (L289p Weert),
Sub kaatsbal.
kaatseballe (L329p Roermond),
kaatseballetje spelen:
Sub kaatsebal.
kaatsebelke spule (L372p Maaseik),
kaatsebollen:
tə katsəboͅlə (K357p Paal),
[sic]
katsə tə boͅlə (K357p Paal),
kaatseleballen:
kaatsleballe (K361p Zolder),
kaatselen:
ka.tsələ (L356p Grote-Brogel, ...
L355p Peer,
K361p Zolder),
ka.zjələ (Q196p Mheer),
ka:dzjələ (Q200p s-Gravenvoeren),
ka:tsjələ (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q192p Margraten,
Q099p Meerssen,
Q199p Moelingen),
ka:tsələ (Q101p Valkenburg, ...
Q201p Wijlre),
kaatschele (Q101p Valkenburg),
kaosele (Q095p Maastricht, ...
Q091p Veldwezelt),
kaosələ (Q095p Maastricht),
kaotsele (Q193p Gronsveld),
koͅ.sələ (Q095p Maastricht),
koͅ.tsələ (Q198p Eijsden, ...
Q105p Heer,
Q091p Veldwezelt),
koͅ:sələ (Q172p Vroenhoven),
koͅtsələ (Q193p Gronsveld),
alternatief voor kaatsen: met den bal
kaatselen (P056p Stokrooie),
met den bal kaatsen
kaassele (Q095p Maastricht),
kaatsen:
ka.tsə (L250p Arcen, ...
L381p Echt/Gebroek,
L267p Maasbree,
L288a Ospel,
L289p Weert),
ka:tsjə (Q211p Bocholtz, ...
L331p Swalmen,
Q222p Vaals,
Q204p Wittem/Partei),
ka:tsə (L292p Heythuysen, ...
L325p Horn,
L298p Kessel,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L387p Posterholt),
kaatse (L331p Swalmen, ...
L318b Tungelroy),
kaatsen (L415a Dorne, ...
L292p Heythuysen,
L372p Maaseik),
kaatsen met den bal (L415p Opoeteren),
kaatsje (Q211p Bocholtz, ...
Q121p Kerkrade,
Q116p Simpelveld),
kaetsə (P047p Loksbergen),
kaitsə (P048p Halen),
kaotsen (Q083p Bilzen),
katsə (L265p Meijel),
kaətsə (L115p Mook),
kātsen (L360p Bree),
koͅ.tsə (Q163p Berg),
koͅitsə (Q161p Piringen, ...
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
koͅtsən (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
kutsə (Q240p Lauw),
kâ.tsə (L324p Baexem),
a) Taege die moer sjtaon altied maedjes te kaatse.
kaa:tse (L329p Roermond),
ballen kaatsen
kaatsen (L314p Overpelt),
balspel
katsen (L421p Dilsen),
balspel tegen de muur; de kaatsbal
kaatse (L360p Bree),
balspel voor kinderen
kaatsen (L314p Overpelt),
De bal kaatsen (wegslaan).
kātsə (Q001p Zonhoven),
de bal kaatst tiëgen de moor
kaatsen (L268p Velden),
de bal tegen de muur werpen
kaatse (Q002p Hasselt),
de bal wegslaan
kātse (Q001p Zonhoven),
den bal kaatsen (overgankelijk)
kaatsen (L360p Bree),
den bal tegen de grond doen springen
kaatsen (L360p Bree),
gewoon spel van de meisjes met den bal
kaatsen (L358p Reppel),
kaatsebal
kaatsen (L358p Reppel),
kaatsen
kòtsə (P176p Sint-Truiden),
kaatsen met den bal
kaatsen (L317p Bocholt),
kaatsspel wordt niet gespeeld
kaatse (P121p Ulbeek),
Keutsen, keutste, heb gekeutst. Kaatsen. Z. dit w. Geh. Weert. (t Daghet in den Oosten VII, 67)
keutsen (L289p Weert),
mee den bal
kaatse (K353p Tessenderlo),
kaatsen (L312p Neerpelt),
mee den bal heen en weer werpen
katse (K359p Koersel),
meisjes met gummibal
kâ:tsə (L360p Bree),
met bal spelen
kaatse (L355p Peer),
met de bal
kaatse (L416p Opglabbeek),
kaatsen (Q083p Bilzen, ...
L317p Bocholt,
K317a Kerkhoven,
L415p Opoeteren),
met de bal spelen
kaatsen (K314p Kwaadmechelen, ...
K353p Tessenderlo),
met den bal
kaatse (L368p Neeroeteren),
kaotsen (K353p Tessenderlo),
met den bal tegen den muur kaatsen (kaatsbal)
kaatsen (L355p Peer),
met dne bal
kaatsen (P056p Stokrooie),
met een bal
kaatse (Q007p Eisden),
Mèdskës kôtsë nëmé zóveul as vrüggër.
ko`tsë (Q162p Tongeren),
NB kaatser: kaatser.
kaatse (K361p Zolder),
ne bal kutst/ een bal kaatst
kutst (P176p Sint-Truiden),
oa= doffe oo
koatsen (Q084p Waltwilder),
Ook: tröksjpinge, b.v. de bal sjprink trök.
kaatse? (L387p Posterholt),
oud
kâ:tsə (L382p Montfort),
overg.
kaatsen (L286p Hamont),
prikken
kaatsen (L368p Neeroeteren),
slorven (moeilijkleesbaar): gewoon weg slaan
kaatsen (P214p Montenaken),
spel dat vroeger inde streek algemeen was. katsbal. de bal katst op den grond ( van een leren bal die op de grond voortspringt)
katsen (P174p Velm),
spel van de meisjes: tegen de muur met de bal werpen
kaatsen (L312p Neerpelt),
spel van meisjes met de bal
kaatsen (L368p Neeroeteren),
spelen met bal
kotse (P176p Sint-Truiden),
staat achter de vraag wat is ketsen
mee den bal kaatsen (L312p Neerpelt),
uitspraak van kaatsen (niet zeker)
katsen (P048p Halen),
wordt uitgesproken als in het goed Nederlands (met den bal kaatsen)
kaatsen (L368p Neeroeteren),
ketsen:
kedzə (L291p Helden/Everlo),
ketsen (L316p Kaulille),
ketsə (L314p Overpelt),
ketsən (L353p Eksel, ...
L312p Neerpelt),
kɛdzə (L265c Beringe),
kɛtsn (K278p Lommel),
kɛtsə (L192p Bergen, ...
K278a Stevensvennen,
L268p Velden),
kɛtsən (K314p Kwaadmechelen),
meisjes: ketsen (L353p Eksel),
1 den bal tegen de muur werpen en terug opvangen
ketsen (L316p Kaulille),
1 met de bal
ketsen (K353p Tessenderlo),
1:kaatsen - 2 in vuur ketsen (ne vuurketser) - 3 langs de straat ketsen - 4 afschampen: afketsen (biljart) - 5 verloving afbreken: afketsen - 6 een voorstel doen afketsen
ketsen (L282p Achel),
als kinderen (meisjes vooral) met twee of drie ballen naar omhoog werpen zolang ze kunnen
ketsen (K353p Tessenderlo),
betekenis: kaatsen met den bal, ook: vuur slaanuit stenen
ketsen (L286p Hamont),
kaatsen (uitgesproken ketsen) met den bal tegen den muur
ketsen (K315p Oostham),
kaatsen met de bal:
kɛtsən (K361p Zolder),
knikkers
kɛtsə (L209p Merselo),
met de bal
ketsen (K317a Kerkhoven),
met de bal spelen
ketsen (K278p Lommel),
met de bal spelen; vooral schoolgaande kinderen
ketsen (L314p Overpelt),
met den bal kaatsen
ketsen (L282p Achel),
met den bal spelen
ketsen (L352p Hechtel, ...
L314p Overpelt),
met den bal spelen zoals de meisjes doen
keͅtsə (L312p Neerpelt),
met den kaatsbal
ketsen (L286p Hamont),
Met drei böllekes ketsen: met drie ballen tegelijk kaatsen.
ketsen (L353p Eksel),
met een bal spelen: op en neer werpen
ketsen (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
Tegen de muur kaatsen (spel).
keͅtsə (L286p Hamont),
uitspraak van kaatsen: kinderen werpen met een windbal tegen de muur en vangen hem op allerlei manieren en ondertussen zingen ze daarvoor een liedje
ketsen (L312p Neerpelt),
uitspraak van kaatsen: met de bal
ketsen (L314p Overpelt),
van kinderen
kɛtsə (L210p Venray),
vooral de meisjes wanneer ze met de bollen spelen
ketsen (K314p Kwaadmechelen),
wordt uitgesproken als ketsen
kaatsen [ketsen} (L312p Neerpelt),
Ze kan met drie bollen (= ballen) kaatsen.
kätsən (K278p Lommel),
kjalleballen:
Van Fr. un, deux, trois, qui a la balle?
kieja.lleballe, kja.lleballe (Q001p Zonhoven),
kja.leballe (Q002p Hasselt),
klotsbal spelen:
meisjesspel met gummibal
kludzbal tə spe.lə (Q183p Vreren),
kozzeballen:
(kaatsenballen)
kozzeballe (Q083p Bilzen),
kuitelen:
ko.ətələ (P223p Rukkelingen-Loon),
koͅutələ (P184p Groot-Gelmen),
kuitələ (P219p Jeuk, ...
P181p Muizen),
met dne bal spelen (onoverg. werkw.)
koetele (P219p Jeuk),
kwatsballen:
kwatsbalə (P175p Gingelom),
kwatsebollen:
kwatsəboͅlən (L352p Hechtel),
kwatselen:
kwaitsələ (P218p Borlo),
kwatsələ (P214p Montenaken, ...
P181p Muizen),
De meiskes kwatselen bij de bal.
kwḁtsələ (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
kwatsen:
kwatsə (P113p Binderveld, ...
P115p Duras,
P117p Nieuwerkerken,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
P174p Velm,
P172p Wilderen,
P177p Zepperen),
met ballen spelen:
mɛt bɛl sjpe.ələ (Q203p Gulpen),
met de bal doen:
mɛtə böl tə dô.n (L376p Linne),
met de bal spelen:
me dm baltəspe.lə (K317p Leopoldsburg),
me. də boͅl tə spe.ln (K353p Tessenderlo),
metər ba.l sjpee:lə (Q263p Raeren),
metər ba.l sjpɛ.lə (Q260p Walhorn),
metər ba.l tə sjpɛ:lə (Q251p Gemmenich, ...
Q255p Kelmis),
metər ba.l tə spɛ:lə (Q247a Sint-Pieters-Voeren),
metər ba:l tə sjpɛ:lə (Q259p Lontzen),
metər bal sjpeələ (Q284p Eupen),
mitə bal tə spe.lə (Q088p Lanaken),
mitə bal tə spe:lə (Q177p Millen),
mitə bal tə spiilə (Q168a Rijkhoven),
mitə bal tə spilə (Q082p Munsterbilzen),
mitən bal spø.lə (L164p Gennep),
mitər ba.l tə sjpɛ:lə (Q278p Welkenraedt),
mitər ba:l sjpi:lə (Q253p Montzen),
mitər ba:l tə spi:lə (Q254p Henri-Chapelle),
mitər bâl sjpe.ələ (Q205p Wahlwiller),
mɛ də bâl tə spe.lə (K358p Beringen),
mɛtə ba.l tə spi:ələ (Q003p Genk),
mɛtə bal tə spi.ələ (Q007p Eisden),
mɛtə bâ.ltə sp^y.ələ (L372p Maaseik),
mɛtə bâl tə spe.lə (L375p Wessem),
met de bal werpen:
mitə bal tə wɛrəpə (Q177p Millen),
met de kaatselebal spelen:
Sub kaatsbal.
mèt de kaoselebal speule (Q095p Maastricht),
met de ketsebal spelen:
me də kɛtsəbul tə spe.lə (K317a Kerkhoven),
Sub kaatsbal.
mei də keͅtsəbeͅl sp"lə (L286p Hamont),
met de ketsebol spelen:
met de ketsebôl speelen (L353p Eksel),
met de kloten spelen:
[sic]
umɛdə klô.tə spe.lə (Q180p Mal),
met de prikbal spelen:
mɛtə prigbâ.l tə spi:ələ (L417p As),
met de prikkebal spelen:
mɛtə prikbal tə sjpelə (Q098p Schimmert),
mɛtə prikəbâl tə spi.ələ (L368p Neeroeteren),
met een bal spelen:
mɛdənə bâl tə spe.lə (L377p Maasbracht),
muurketsen:
muurketsen (L353p Eksel),
piela spelen:
Vóór W.O. I
pīē.la spee.le (K361p Zolder),
pielan:
2) afranselen, fel afslaan.
pielaa`n (K358p Beringen),
[sic]
pe.jla.n (K359p Koersel),
plakken:
een zeker balspel
plakə (L192a Siebengewald),
plikken:
[sic]
plikə (Q284p Eupen),
Pleckball, Leder- oder Gummiball; von ndl. plakken (mndl. placken schlagen), oder plekken, von plek Ort, Platz. In Limb. und Aachen dafür pricke und precke (ndl. prikken).
plecke (Q284p Eupen),
prikballen:
prikbalə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
prikkeballen:
prikəbalə (L300p Beesel),
prikken:
mɛtə bâ.l tə prikə (L360p Bree),
prekə (Q086p Eigenbilzen, ...
Q088p Lanaken),
priken (L360p Bree),
prikke (Q211p Bocholtz, ...
Q035p Brunssum,
Q119p Eygelshoven,
Q113p Heerlen,
L316p Kaulille,
Q111p Klimmen,
Q088p Lanaken,
L372p Maaseik,
Q116p Simpelveld,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
L423p Stokkem,
L318b Tungelroy,
Q101p Valkenburg),
prikke met de kazebal (Q013p Uikhoven),
prikke(kaatsenballen) (Q032p Schinnen),
prikə (Q102p Amby, ...
Q019p Beek,
L317p Bocholt,
L428p Born,
Q035p Brunssum,
L421p Dilsen,
Q119p Eygelshoven,
Q021p Geleen,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q039p Hoensbroek,
Q077p Hoeselt,
L320p Hunsel,
L316p Kaulille,
Q121p Kerkrade,
L434p Limbricht,
L364p Meeuwen,
L319p Molenbeersel,
L382p Montfort,
L368p Neeroeteren,
Q033p Oirsbeek,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
Q168a Rijkhoven,
L420p Rotem,
Q118p Schaesberg,
Q098p Schimmert,
Q116p Simpelveld,
L423p Stokkem,
L318p Stramproy,
L374p Thorn,
L271p Venlo,
Q171p Vlijtingen),
prîkə (Q038p Amstenrade, ...
Q113p Heerlen,
Q111p Klimmen,
Q117p Nieuwenhagen,
Q036p Nuth/Aalbeek,
Q032p Schinnen,
Q030p Schinveld,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
Q112p Voerendaal,
Q117a Waubach),
prîkən (Q014p Urmond),
#NAME?
prikke (L417p As),
2. Vangen van een voorwerp.
prikke (L271p Venlo),
2. Weer gaon oppe speelplaats prikke (mit de bal).
prikke (L381p Echt/Gebroek),
[Met afbeelding].
prikkë (Q077p Hoeselt),
A lôndinnêer, prins Albert, prins (!) Alice (sôekkërklits = suikerboon).
prikkë (Q077p Hoeselt),
B.v. een bal, die geworpen wordt.
prikke (L321p Neeritter),
De bâl prikke.
prikke (L289p Weert),
Gew. VD: ene bal prikken.
prikə (L364p Meeuwen),
heet hier: prekke; ene prekballek
prekke (Q010p Opgrimbie),
Het Hertense "prikke"heeft niets te maken met het Nederlandse "prikken". Gooit men iemand iets anders toe, dan moet deze dat "prikke".
prikke (L330p Herten (bij Roermond)),
Mit dr bal -: een bal tegen een muur gooien en weer opvangen.
prikke (Q121p Kerkrade),
Mèt de bal of mèt t belke.
prikke (Q011p Boorsem),
NB 2. Opvangen in handen of armen. B.v. Pas op, ik gooi enen appel af, prik hem met uw handen. Rh. Wb. pricken, Dorren, prikke.
prekə (L424p Meeswijk),
NB prikbal: kaatsbal.
prikke (Q036p Nuth/Aalbeek),
NB prikken [II]: opvangen.
prikke (L317p Bocholt),
ne Bal -.
prikke (Q095p Maastricht, ...
L331p Swalmen),
ne bal prikke.
prikke (L329p Roermond),
nen Bal prikke.
prikke (L270p Tegelen),
Prikke (oftewel kaatsenballen)
prikke (Q032p Schinnen),
vgl. pag. 328: Opvangen.
prikke (Q020p Sittard),
Vooral het meisjesspel met 1, 2, 3, prikkebèl.
prikken (L371a Geistingen),
wordt gebruikt in plaats van kaatsen
prikken (Q088p Lanaken),
Zie ook: sjtuute [vgl. pag. 425: sjtute, 4. stuiten].
prikke (Q113p Heerlen),
pukkelen:
pukələ (L159a Middelaar),
snappen:
(1. AN snappen.)
snappe (Q003p Genk),
stuiten:
Zie ook: prikke.
sjtute (Q113p Heerlen),
tikken:
tikə (Q074p Kortessem),
tsjɛkə (Q156p Borgloon),
tɛkə (Q083p Bilzen),
Ge moet de bal 3 keren op de grond laten tekken.
teͅkə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
Mèt de kazebal oppe grónd tikken.
tikken (Q013p Uikhoven),
voor de kloten spelen:
[sic]
vər ə klô.tə spe.lə (Q180p Mal)
|
*Kjalleballen: Kaatseballen, met de kaatsbal spelen (kinderspel). || 1) Een ballenspel dat men (sic) den piela gespeeld wordt. || 1. Ballen, balspel spelen door meisjes. || 1. Kaatseballen. || 1. Opvangen van een bal, enz.; 2. Soort balspel. || 1. Opvangen van een vallend voorwerp. || 1. Opvangen. || 2. Balspel voor kinderen. || 2. Spel met bal tegen muur. || 4. Stuiten. || [2.] Een geworpen of vallend voorwerp (b.v. een bal) opvangen. || [I.] Kaatsen. || [Kaatseballen: met de kaatsbal spelen]. || [Kaatsen]. || [Meisjesspel]: (Bal) opvangen. || [Opvangen]. || [z. toel.]: Kaatsen. || B.v. een bal met de hand opvangen. || Ballen (balspel). || Balspel van meisjes. || Balwerpen tegen de muur. || Een bal opvangen. [ZND m] || Een vallend opgeworpen voorwerp opvangen. || kaats(eball)en [SND (2006)] || Kaatsbal opvangen, meisjesspel. || Kaatsbal spelletjes waarbij tegen de muur gekaatst wordt. || Kaatsballen. || Kaatseballen (vangbal spelen). || Kaatseballen: met de kaatsbal spelen. || kaatsen [RND] || Kaatsen (kaatseballen). || Kaatsen. [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || Kaatsen: a) met de kaatsbal spelen. || Kaatsen: kaatsen. || Kaatsen: Wegslaan. || Kent u het werkwoord kaatsen (met de bal)? [ZND 41 (1943)] || Kinderspel: bal tegen de muur werpen en opvangen. || Kwaatselen: Kaatsen. || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || Met bal spelen (elast. bal). || Met de kaatsbal spelen. || Met de kaatsballen spelen. || Met den kaatsbal spelen. || met een bal spelen [ballen, bollen, tossen] [N 112 (2006)] || Met een bal spelen [ballen, bollen, tossen]. [N 88 (1982)] || Op en neer doen springen. || Opvangen met de hand. || Opvangen. || Prikke*: a) een vallend voorwerp opvangen. || Prikken: 3. Kaatsen met de bal (kinderspel voor meisjes). || Prikken: iets dat neervalt opvangen. || Spelen met een kaatsbal. || Stuiten. || Stützen, auffangen, ein Ballspiel. || Tekken: Op de grond kaatsen en omhoogspringen. || Vangbal spelen, een bal werpen. || Vangen, opvangen. || Vangen. || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] || Ze kaatsen elkaar de bal toe.
III-3-2
|