22496 |
meetje steken |
cent gooien:
cent gooje (L433p Nieuwstadt),
cent steken:
cent steke (L382p Montfort),
sentsjteeke (L331p Swalmen),
seͅntsjtēkə (L432p Susteren),
Vgl. pag. 426 sub sjtaeke: sente sjtaeke (zie sent [*]).
sentsjtaeke (L331p Swalmen),
centen schieten:
sente sjeete (L317p Bocholt),
centen steken:
cente sjtaeke (Q020p Sittard),
cente staeke (Q202p Eys),
cente staike (L321a Ittervoort),
seͅntə sjtekə (Q117p Nieuwenhagen),
seͅntəsjtēͅkə (Q113p Heerlen),
tsentse sjtikke (Q121p Kerkrade),
[Zie afbeelding pag. 581].
sente sjtaeke (Q020p Sittard),
Sub sjtikke.
tsentse sjtikke (Q121p Kerkrade),
Sub tsents.
tsents sjtikke (Q121p Kerkrade),
centje gooien:
centje gooien (L428p Born),
centje steken:
centje staeke (L318b Tungelroy, ...
L289p Weert),
centje staike (L320a Ell),
centje steke (L382p Montfort),
sentje steeke (L328p Heel),
dammen:
Spelletje, vero. Niets te maken met het moderne dambordspel (< Fr. dame): z. DC & T, deel III, pag. 63 (o. peeschieten) en R. dam zijn.
damme (Q002p Hasselt),
Verouderde benaming voor het huidige *schramschieten (z. ald.). Niets uit te staan met het modernere dambordspel (< Fr. dame): z. DCXT, deel III, p. 63 (o. peeschieten) en R. dam zijn.
damme (Q001p Zonhoven),
een brog schieten:
Ik ga n brog schieten: Ik ga mijn scheut op de koord gooien.
n brog schieten (Q001p Zonhoven),
flikken:
flekə (L271p Venlo),
flikken (Q095p Maastricht),
flitsen:
flietsche (Q202p Eys),
jassen:
jasse (Q098p Schimmert),
kappen:
kappen (K359a Stal),
ketsen:
I, II.
kêtsë (Q162p Tongeren),
koppen:
1. Onthoofden; 2. Koppen (laatkoppen zetten).
köppe (Q020p Sittard),
kramschieten:
kramsjietë (Q077p Hoeselt),
Beschrijving s.v. Het ijzerspel bij J. Frère, L.V., I, pag. 160-162.
kramsjīētë (Q162p Tongeren),
krapje smijten:
kreͅpkə smitə (L164p Gennep),
Sub krébke: op de grond getrokken streep; krasje.
krébke smiete (L164p Gennep),
kreisje (<du.) bruien:
kretsje bruuje (Q196p Mheer),
kwartje steken:
kwaartje staeke (L369p Kinrooi),
lijntje schieten:
lijnke sjieten (Q086p Eigenbilzen),
litsen:
leitsje (Q207p Epen),
letsə (Q095p Maastricht),
lietsje (L298a Kesseleik, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
Q197a Terlinden),
litsche (Q096b Itteren),
litse (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q083p Bilzen),
litse (?) (Q083p Bilzen),
litsje (Q034p Merkelbeek, ...
Q118p Schaesberg,
Q201p Wijlre),
litsjə (Q202p Eys, ...
Q113p Heerlen),
litsë (Q077p Hoeselt),
lötsje (Q196p Mheer),
[Met afbeelding litse: meetje schieten].
litsë (Q077p Hoeselt),
a) Het spel: van een bepaalde afstand naar een op de grond getrokken streep (lits) met twee of meer dwarsstrepen geld werpen inz. centen; hij wiens centen buiten de dwarsstrepen vallen, is "hooroet"d.i. valt uit; de beste speler (die het dichtst bij de streep komt) werpt de gezamenlijke centen op, waarbij hij die centen krijgt, die "kop"(= kruis) vallen; die "mäönt"(= munt) vallen, worden door de op een na beste speler opgegooid op dezelfde wijze en dan volgt de derde enz.
litse (Q095p Maastricht),
Hgd. Litze: streep. (Akensch: lötsche.)
litsche (Q101p Valkenburg),
Op de verharde grond wordt een streep (meet) getrokken van ongeveer 50 cm. Op ongeveer 5 meter van deze lijn wordt een werplijn getrokken die door de werpers niet mag overschreden worden. De spelers werpen om beurt met een steekworp hun muntstukken naar de meet. Het is de bedoeling de muntstukken (elk 5) zo dicht mogelijk op de meet te werpen. Men mag ook het muntstuk van de tegenpartij trachten van de lijn te schieten. Na elk vijf worpen [sic] kijkt men wie het dichtst bij de streep ligt. Hij is de winnaar en heeft 1 punt gescoord. Nu kan het spel herbeginnen.
litsë (Q077p Hoeselt),
Vero.
litsje (Q193p Gronsveld),
maatje pikken:
Vgl. pag. 287: maat, 1. meeteenheid [...], verkl. mötje.
mötje pikke (L210p Venray),
maatje prikken:
[Vgl. Venray Wb.]
møͅdjə prekə (L210p Venray),
maatje schieten:
mötje sjie:te (L265p Meijel),
[Vgl. Meijel Wb.]
meutje sjiete (L265p Meijel),
møͅtjə sjītə (L265p Meijel),
meetje klinken:
WNT meet III, met: een term bij kinderspelen, o.m. streep die het uitgangspunt is van de worp bij het knikkeren e.d.. Uit Lat. meta of een oorspronkelijk Nl. meet, mete, of van een met maat verwante vorm. C.V. meetje schieten bet. lijntje gooien. Aan maat mag niet gedacht worden: het Hass. dim. van moat is miëtsje; metsje (dim. van mat) is niet relevant.
metsje klie.nke (Q002p Hasselt),
meetje steken:
meetje steken (Q039p Hoensbroek, ...
L371p Ophoven),
mikjeschieten:
mikske schieten (K278p Lommel),
Mikske (van mik(ken)) + schieten.
mekskəschitən (K278p Lommel),
mitsen:
mitsen (Q015p Stein),
munt steken:
munt staeke (L216p Oirlo),
muurlitsen:
moerlitsje (Q193p Gronsveld),
op het schraampje doen:
op et schremke doon (L289p Weert),
Nederweert.
op `t schremke doon (L288p Nederweert),
op schraampje doen:
Er werd een lijn op de grond getrokken met daarop in het midden een vakje. Vanaf +- 5 meter wordt geprobeerd in dit vakje centen te gooien. De streep mag niet geraakt worden. Als dit iemand lukte kreeg hij de hele buit en begon het spel opnieuw.
schremke, op - doon (L289p Weert),
perkje gooien:
perkske gojje (L267p Maasbree),
perkske gooije (L266p Sevenum),
perkske gooje (L266p Sevenum),
perkje steken:
perkse sjtaeke (L299p Reuver),
perkske sjtaeke (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen),
perkske sjteeke (L300p Beesel),
Het aantal deelnemers aan dit spel varieerde van 3 tot 8. Waren er op n gegeven ogenblik nog meer liefhebbers, dan splitste men zich in twee groepjes.
perkske sjtaeke (L270p Tegelen),
Zie aldaar.
perkske sjtaeke (L270p Tegelen),
pijpje schieten:
peepje schieten (K317a Kerkhoven),
pijpje werpen:
peepje werpen (K317a Kerkhoven),
pot:
pot (P219p Jeuk),
roosteren:
ruustere (Q193p Gronsveld),
Zie ook: "sjrëume".
ruustere (Q193p Gronsveld),
schieten:
sjiete (Q083p Bilzen),
schilferen:
Vero.
sjélvere (Q193p Gronsveld),
schraampje gooien:
sjrèèmke goeie (Q091p Veldwezelt),
Het heeft zowel te maken met het AN schraam (streep met krijt of potlood) als het minder gebr. dial. sjrèèm (schreef of grens).
sjremke guje (L360p Bree),
schraampje kappen:
schremke kappen (K359p Koersel),
Sub schreefje.
schrèmke kappe (K318p Beverlo),
schraampje schieten:
schrampke schiete (Q003p Genk),
schremke schieten (L353p Eksel, ...
Q001p Zonhoven),
schrɛmkə schieten (L353p Eksel),
Lijntje gooien; met een schijf (meestal een moerplaat) of geldstuk (z.o. scheut 5) proberen op een lijn, de schraam (z.o. *brog en schrap 3) te werpen, op +- 5 à 7 m. van de werpers verwijderd. Wie het dichtst bij de lijn of op de lijn ligt, wint de inzet. Ligt men even dicht bij de lijn of met evenveel schijven of geldstukken op de lijn, dan moet er herkanst worden (z.o. *kabelen).
schrémke, schrië.mke schīē.ëte (Q001p Zonhoven),
Sub schram.
schramke [schremkə} schieten (Q001p Zonhoven),
Waarbij met muntstukken naar n limiet geworpen wordt; wiens muntstuk t dichtst bij de streep ligt, is winnaar. In het Oudhasselts Glossarium reeds als screme aanwezig.
schrémke schîe.te (K361p Zolder),
schraampje springen:
sjrieëmke springe (L318b Tungelroy),
schraampje steken:
schreemke steken (L364p Meeuwen),
schremke steken (L353p Eksel),
schrepke stae:ke (L316p Kaulille, ...
L316p Kaulille),
sjraemke staeke (L417p As),
sjreemke steke (Q171p Vlijtingen),
sjrēͅmkə stēkə (L417p As),
sjriemke steeke (L374p Thorn),
sjrieëmke stèèke (L318b Tungelroy),
sjriëmke stèke (L292p Heythuysen, ...
L292p Heythuysen),
sjroeumke steke (Q011p Boorsem),
sjräömke staeke (L381p Echt/Gebroek, ...
L381p Echt/Gebroek),
Er werden twee lijnen getrokken op de grond op ongeveer drie meter afstand van elkaar. De medespelers plaatsen zich om beurt vóór een lijn en probeeren zo dicht mogelijk bij de tweede lijn te werpen, allemaal met een geldstuk van dezelfde waarde. Diegene die het dichtst bij de lijn werpt mag alle geldstukken voor zich houden.
schremke steeken (L353p Eksel),
NB sjram, verkl. sjremke: schram.
sjremke staeke (L317p Bocholt),
Sub sjraom.
sjräömke staeke (L381p Echt/Gebroek),
Sub sjremke, 1. Dim. van sjram een streepvormig, oppervlakkig huidverwondinkje; 2. In het (kinder)spel sjremke stèke heeft het woord ook te maken met sjrèèm.
sjremke stèke (L360p Bree),
schraampje tikken:
Sub sjraom.
sjräömke tikke (L381p Echt/Gebroek),
schraampje zaaien:
sjrumpke zèe (Q071p Diepenbeek),
sjrumpke zê`n (Q071p Diepenbeek),
Men moet wel tussen de klènge blijven.
sjriemke zooië (Q003p Genk),
Sub sjroöm: Bè t sjreiumke zêë jònde e sjroöm getrokke: Bij dit jongensspel werd met kroonkurken naar n streep geworpen.
sjreuimke zêë (Q074p Kortessem),
Wie het dichtst bij de lijn of op de lijn lag, won de inzet.
schri.mke zaan (Q002p Hasselt),
sjriemke zooie (Q003p Genk),
schramelen:
sjrèumele (L423p Stokkem),
sjrøͅmələ (Q014p Urmond),
Sub schraam.
sjreûmelen (Q013p Uikhoven),
schramen:
schremme/schreumme (Q094p Hees),
schreume (P176p Sint-Truiden, ...
P227p Vorsen),
schruje-me (Q078p Wellen),
schrume (met geld naar een lijn werpen) (P189p Rijkel),
schrèume (Q078p Wellen),
shreme (Q086p Eigenbilzen),
sjreume (Q102p Amby, ...
Q193p Gronsveld,
Q032p Schinnen),
sjrōͅmə (Q198p Eijsden),
sjräöme (Q188p Kanne, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen),
sjrëume (Q193p Gronsveld),
sjrø͂ͅmə (Q109p Hulsberg),
Er werd een lijn op de grond getrokken van ongeveer 50 cm en op 5 m werd een werplijn getrokken. Vanaf deze lijn werd er met muntstukken gegooid om het kortst bij de andere lijn te liggen. Dit mocht men vijfmaal herhalen.
shréme (Q086p Eigenbilzen),
stöpke sjete-
sjräöme- (Q188p Kanne),
Sub keingerspeile.
schreume of baar (P176p Sint-Truiden),
Vanop n drietal meter werd met n geldstuk, doch meestal met kroonkurken (want de jongens hadden geen geld) naar n lijn gegooid; wiens geldstuk of "sjötelke"op de lijn of er het dichtst bijlag, had gewonnen (deze "sjötelkes"werden bij de plaatselijke herbergiers opgehaald).
sjreuime (Q074p Kortessem),
Vroeger schreumden de mensen veel s avonds op de trottoirs.
schrøəmə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
schreef kappen:
schrijf kappe (P047p Loksbergen),
steken:
sjtaeke (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q033p Oirsbeek,
L329p Roermond),
sjtaike (L332p Maasniel, ...
L383p Melick,
L329p Roermond),
sjteeke (Q117a Waubach),
sjteikke (L386p Vlodrop),
sjtekke (Q098p Schimmert),
sjteͅkə (L329a Kapel-in-t-Zand),
sjtikke (L429p Guttecoven),
staeke (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
L374p Thorn,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
staeke oppe mairt (L294p Neer),
stēͅkə (Q015p Stein),
(De hierna volgende jongensspelen [21-28] werden voornamelijk bedreven op de schoolspeelplaats.)
sjtaeke (L330p Herten (bij Roermond)),
(Na het middageten, dat steeds om 12u plaats vond, vermaakten de mannen zich (tenminste in de zomer), tot dat het tijd werd voor t lof, met "sjtaeke"of "trumpe". Beide spelen zijn, in Herten, al ongeveer 50 jaar uitgestorven.)
sjtaeke (L330p Herten (bij Roermond)),
Het speelveld bestaat uit twee evenwijdige getrokken lijnen met ongeveer twee meter tussenruimte. Vanuit het midden van de lijn wordt nu, zowel links als rechts, op ca. vijf cm haaks een lijntje getrokken, zodat de letter H ontstaat. Vanachter de andere lijn wordt nu een muntstuk, (welke soort wordt van te voren afgesproken), onder een bepaalde schuine hoek naar voren gegooid, zodat deze bij het op de grond komen blijft steken en plat valt. Het is zaak om zo dicht mogelijk bij of op de lijn te komen en tussen de verticale lijnen in. Men mag driemaal gooien en de persoon die het nauwkeurigst zijn munt gestoke heeft, mag alle munten die buiten de H liggen oprapen. Deze heeft hij reeds gewonnen. De overige munten worden dan door hem verzameld en met bolle handen geschud. Van tevoren dient er te worden gekozen voor kop of koont. De met de zijde naar boven gekozen munten kan men dan behouden en de beurt gaat daarna over naar de volgende persoon die als tweede eindigde. Hierna volgen dan evt. de derde, vierde, enz. Zijn de munten eerder op, dan hebben de laatsten pech gehad.
staeke (L210p Venray),
Het spel werd steeds in de open lucht op de dorpswegen gespeeld.
sjtaeke (L330p Herten (bij Roermond)),
Met centen naar een streep werpen. Wie er het dichtst bij is, mag de centen in de handen nemen, er met gesloten hand mee rammelen, en ze neer werpen. Van te voren is bepaald welke centen voor de opgooier zijn, kruis of munt.
stèke (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Zie ook: kinderspelen.
sjtaeke (Q020p Sittard),
Ònger het lof wore vief j`ønges oppe Plats aan t staeke.
staeke (L381p Echt/Gebroek),
stekje schieten:
stekske steken (L371p Ophoven),
stopje gooien:
met een kurk, met muntjes en metalen schijven
stopke gooien (L312p Neerpelt),
stopje schieten:
støpkə schieten (L353p Eksel),
stopje steken:
stupke stéke (L423p Stokkem),
Het geld dat dichter bij de schijf ligt dan bij het blokje is voor de gooier.
støͅpkə steken (L424p Meeswijk),
streepje schieten:
I (J.B.W. in V.L. d.d. 09-07-39: wêe wét nòg wôo "streepte schiete"wôs? - P.M. streepke chiete).
strépkë-sjīētë (Q162p Tongeren),
streepje smijten:
striepke smiete (L245b Tienray),
streepje steken:
strēpkə stɛ̄kə (L318b Tungelroy),
stuiken:
sjtoeke (L331p Swalmen)
|
(Kinder)spel. || (Spel), geldstukken of metalen schijven naar n doelstreep (n touw of ijzerdraad) werpen om het dichtst bij te komen. || *Metje klinken: Spel, waarbij men een muntstuk tegen de muur moest werpen om dit in een op de grond getekend kringetje of vierkantje te krijgen waar de inzet in lag; hij, wiens muntstuk in de kring rolde of het dichtst bij de kring terechtkwam, won de inz || *Schraampje zaaien: Lijntje gooien, met een geldstuk proberen op een lijn (het scho.rrem de schraam, z. ald.) te werpen, op ± 4 m. van de speler-werper verwijderd. || *Schramschieten: *Schraampje schieten. || 1. Spel waarbij de speler een geldstuk tegen een op de muur getekende rechthoek wierp, met de bedoeling dit in een op de grond getekend vierkant terecht te laten komen. || 1. Spel waarbij op de grond getrokken lijnen met geldstukken geraakt moeten worden. || 2. Spel waarbij met geld gegooid wordt naar een streep; wie het kortst bij de streep komt, krijgt de geldstukken. || 3. Centenspelletje. || 3. Een spel met centen. || 3. Spel met platte knopen of munten waarbij men probeert deze dicht bij of op een schreef te werpen. || 3. Werpspel met centen. || [Centen steken]. || [De jongensspelen: 27]. Steken. || [II]. Spel met geld, spel van behendigheid, gokspel. || [Ontspanning voor de ouderen (mannen)]. || [Schram schieten]. || [Sport en spel volwassenen - allerhande]: Schijf zo dicht mogelijk bij een streep gooien. || [Straatspel voor geld door volwassenen, vgl. pag. 108]. || Bep. spel. || Centen gooien: een spel waarbij met centen op een in het zand getrokken lijn werd gegooid. || Dammen2: Met muntstukjes naar een lijn gooien; wie er het kortst bij is, wint de inzet. || Dammen: Met muntstukjes op een lijn gooien; wie er hete kortst bij was, won de inzet. || Dit spel was voor de rijpere jeugd of grote mensen. || Een soort spel voor volwassenen met centen die naar een streep (schremke) gegooid worden. || Een spel waarbij de deelnemers trachten een geldstuk zo dicht mogelijk bij de aangeduide streep te werpen. || Een spel, waarbij een muntstuk of iets dergelijks, zo dicht mogelijk bij de schreef dient geworpen. || Geldspel, waarbij de speler, die zijn geldstuk het dichtst bij de schraam werpt, wint. || Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)] || het spel waarbij men centen werpt in een bepaald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken] [N 88 (1982)] || Het spel waarbij men centen werpt in een bepaald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken]. [N 88 (1982)] || het spel waarbij men centen werpt in een bepald vak [meetje steken, mitjezzen, flikken] [N 112 (2006)] || Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] || Jongensspel. || Kinderspel, waarbij getracht wordt een muntje op een krijtstreep te gooien. || Kinderspel. || Kinderspel; met munten beurtelings werpen naar streep. || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || Maatje schieten: spel waarbij men centen werpt in een bepaald vak. || Meetje schieten. || Met centen naar een op den grond getrokken streep mikken. || Met munten werpen. || Mikskeschieten: Jongens- en mannenspel dat erin bestaat een muntstuk of andere schijf van op zekere afstand zo dicht mogelijk naar een in ht rond getrokken streep te gooien. || Naar het lijntje, de schreef werpen. || Schreefje schieten. || Schreumen: Schreefkappen. || Sjtaeke"was vroeger een veel beoefend spel, vooral voor volwassenen. || Soort spel met centen. || Spel (met centen en knikkers). || Spel (met centen). || Spel met centen (op den grond). || Spel met centen waarbij de muntstukken gestoken moeten worden, in of zo dicht mogelijk bij een gemerkt doel. || Spel met centen. || Spel om een geldstuk zo dicht mogelijk bij een lijn te werpen. || Spel om met een geldstuk vanop een zekere afstand het dichtst bij de meet te meet [sic] te gooien. || Spel waarbij men muntstukken gooit in een bepaald vak. || Spel waarbij met een kleine schuif geworpen wordt naar een blokje waarop zich enkele geldstukken bevinden. || Spel, een geldstuk werpen zoo dicht mogelijk bij een streep (schreum). [ZND m] || Spel, waarbij van een bepaalde afstand met centen naar een streep wordt gegooid. || Spel, z. toel. || Spel. || Spel: met centen op een streep werpen. || Spelletje, waarbij centen of knopen van afstand over een op de grond getrokken streep in een getekend hokje moeten worden gegooid. || Steken: d) jongensspel met knopen of centen waarbij de spelers van enkele meters afstand de knoop of de cent op of zo dicht mogelijk bij een getrokken streep proberen te gooien. || Steken; werpspel met centen. || Straatspel (zie aldaar). || Straatspel voor geld door volwassenen. || Werpen met een muntstuk om punten te maken (spel). || Werpspel met centen. || Werpspel: met geldstukken naar een sjroom ggoien vanop een bepaalde afstand. Wie het dichtst bij de streep gooit wint. Wie buiten de zijstrepen belandt, gooit toi en verliest sowieso. || Wetenswaardigheden. [SND (2006)] || Zie "ruustere"[spel waarbij op de grond getrokken lijnen met geldstukken geraakt moeten worden].
III-3-2
|