17945 |
met kleine stapjes lopen |
dabbelen:
i.e. pasjes maken. B.v. kiek ins, waat det wichtje al net kan diebele.
diebele (L325p Horn),
dabben:
i.e. lopen van kleine personen en kinderen (scharrelen). Vgl. doe klèjnen debber dòòste bees.
dabbe (L290p Panningen),
dabberen:
dabbere (L270p Tegelen),
i.e. een kind dat leert lopen.
debbere (L321p Neeritter),
i.e. lopen van kleine kinderen.
deͅbərə (L424p Meeswijk),
dribbelen:
B.v. et jungske dribbelt neve zien ma.
dribbele (Q095p Maastricht),
B.v. het wécht kwaam aan drubbele.
drubbele (L374p Thorn),
B.v. hij droebelt als een kind.
drybələ (P175p Gingelom),
B.v. t kindj dribbelt.
dribbele (L387p Posterholt),
B.v. zuug hem mit zien korte binkes dribbele.
dribbele (Q035p Brunssum),
Gezegd van kleine kinderen.
dribələ (L368p Neeroeteren),
i.e. een kind dat leert lopen.
drubbele (L321p Neeritter),
i.e. korte pasjes.
drubbele (L289b Leuken),
lopelen:
Van kleine kinderen.
lêûpele (Q033p Oirsbeek),
voor een klein kind
löpele (Q251p Gemmenich),
stevelen:
sjtiebele (Q111p Klimmen),
met kleine pasjes lopen
sjtiebbele (Q111p Klimmen),
taffelen:
B.v. den aan man taffelde nog wa rond en de keke mier kosem ni (voetstaps gaan).
tafələ (Q002p Hasselt),
i.e. gaan, van kleine kinderen en ouderlingen gezegd.
tafələ (P048p Halen),
tippelen:
i.e. aanstellerig lopen. B.v. t tippelde zonger get te zegge veurbie.
tippele (L329p Roermond),
trippelen:
B.v. det maedje trippeltj wie ein hoon.
trippele (L330p Herten (bij Roermond)),
B.v. det trippelt wie n madam.
trippele (L270p Tegelen),
B.v. ein aardig maidje trippelde veur hun oet.
trippele (L321p Neeritter),
B.v. hae trippeltj in plaats van fetsuunlik te loupe (= hele korte pasjes).
trippele (L324p Baexem),
B.v. he trippelt wie ein schooljuffrau.
trippele (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
B.v. het juffertje trippelde op haar hoge hakjes aan ons voorbij.
trippelen (L282p Achel),
B.v. het meisje trippelt.
tripələ (P175p Gingelom),
damespasje
trippele (Q113p Heerlen),
dè jong triepelt wie un juffrouw
triepele (Q198b Oost-Maarland),
i.e. met kleine passen gaan.
trippele (L434p Limbricht),
Vooral van preutse dametjes.
trepələ (K318p Beverlo),
Zeldzaam gebruikt voor b.v. dame met enge rok, korte pasjes...
trippelen (Q096p Bunde)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|