| 34578 |
asarm |
asarm:
as˱ɛrǝm (L295p Baarlo)
|
Elk van de uiteinden van de as die door de naven steken. Een asarm is steeds van metaal. [N 17, 53; N G, 48d; monogr]
I-13
|
| 32672 |
asblok |
as:
as (L295p Baarlo),
asblok:
as˱blǫk (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo),
aslade:
aslāi̯ (L295p Baarlo)
|
Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-1, I-13
|
| 25880 |
asgat |
asgat:
āsgāt (L295p Baarlo)
|
De ruimte beneden in de stookplaats waar de as invalt. [N 57, 8e]
II-2
|
| 23780 |
askruisje |
askruisje:
askruutske (L295p Baarlo),
askrüske (L295p Baarlo),
assekruisje:
assekruutske (L295p Baarlo)
|
Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 33277 |
asperge |
sperge:
špɛrii̯ǝ (L295p Baarlo)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.]
I-5
|
| 23603 |
asperges me |
asperges:
asperges (L295p Baarlo),
asperges me:
asperges me (L295p Baarlo)
|
Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
asgoonsdaag (L295p Baarlo),
asgónsdig (L295p Baarlo),
asselegoensdag:
asselegondsdig (L295p Baarlo),
aswoensdag:
aswunsdaag (L295p Baarlo)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)] || Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23401 |
aureool |
aureool:
aureool (L295p Baarlo),
krans:
krans (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 23257 |
avondgebed |
avondgebed:
aovendgebed (L295p Baarlo),
avondsgebed:
aovesgebed (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20582 |
avondmaal |
avondeten:
aovenaeten (L295p Baarlo),
aoventaeten (L295p Baarlo)
|
de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)]
III-2-3
|