e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorschoot, schort (alg.) schortsel: šøtsəl (Eupen) voorschoot (door vrouwen gedragen) [ZND 17 (1935)] III-1-3
vork fourchette: forschett (Eupen), foršeͅt (Eupen), furše.t (Eupen), fəršeͅt (Eupen) vork || vork (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
vos vos: voss (Eupen, ... ) vos [Heem 06.5-6 (1962)], [Willems (1885)] III-4-2
vouwen vouwen: voͅ.u.ə (Eupen) vouwen (ww) [ZND m] III-1-2
vragen bidden: Du. beten  beə (Eupen), vragen: vroəgə (Eupen) vragen [ZND m] III-3-1
vredewis grenspaal: grɛnzpōl (Eupen) Bosje stro, gras of iets dergelijks op een stok of tak gebonden, en geplaatst op akkers en weiden, om aan te geven dat deze niet meer toegankelijk zijn o.a. voor weidend vee of jagers. [N M, 26; L 32, 80; monogr.] I-8
vreugde freude (du.): vrøͅi̯t (Eupen) vreugde III-1-4
vriend kameraad: kaməro.ət (Eupen) vriend [RND] III-3-1
vriesweer vorst: voəš(t) (Eupen) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] III-4-4
vrijer-aanbidder vrijer: freͅi̯ər (Eupen) vrijer III-2-2