e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Afferden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrouwelijke kip hen: hɛn (Afferden), hoen: hun (Afferden) De hen is het wijfje van het tamme huishoen. [N 19, 37; Wi 13; Wi 14; Wi 17; NE II, 10; Gwn 5, 14; A 11, 1c; A6, 1b; L 6, 20a; L 22, 22; L 28, 35; L 42, 5; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; JG 1a, 1b; S 14; L 1a-m; Vld.; monogr.] I-12
vuist vuist: voest (Afferden), vuust (Afferden) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
waaienx waaien: boven de a nog een streepje  wäje (Afferden), met een streepje boven de a  ⁄t wäjde (Afferden) het waaide [SGV (1914)] || waaien [SGV (1914)] III-4-4
waarschuwen waarschuwen: warschouwe (Afferden, ... ) waarschuwen [SGV (1914)] III-3-1
waden waden: waaje (Afferden) waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
wafel wafel: woffel (Afferden), woffels (Afferden) wafel [SGV (1914)] || wafels [SGV (1914)] III-2-3
waggelen strampelen: strampele (Afferden) lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)] III-1-2
wak in het ijs wak: wak (Afferden, ... ) wak (in het ijs) [SGV (1914)] III-4-4
wandelen kuien: B.v. t kiltje kuierde op zien gemak rond.  kuien (Afferden) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
warm weerx warm (weer): wērm (Afferden) warm [SGV (1914)] III-4-4