e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broedende kip op eieren kloek: kluk (Ubachsberg) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broekland, moeras moeras: meras (Ubachsberg) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broer broer: broor (Ubachsberg, ... ) broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)] III-2-2
brokkelhoef weke voeten: węi̯kǝ vø̄ǝt (Ubachsberg) Een hoef met wanden die zeer bros zijn en gemakkelijk afbrokkelen. In de hoornwand zijn kloven. Als het paard moet beslagen worden, is het moeilijk de ijzers goed vast te nagelen. [N 8, 90u] I-9
bron bron: bron (Ubachsberg), brón (Ubachsberg) bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] III-4-4
bronstig, van merries rossig: rø̜sex (Ubachsberg) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.] I-9
brood brood: broeët (Ubachsberg) brood [DC 03 (1934)] III-2-3
brood uit de oven halen uitdoen: ūt dūǝ (Ubachsberg) Het brood uit de oven halen wanneer het gereed is. Een bij het woord opgegeven object "brood" is niet opgenomen. [N 29, 50; N 29, 49; OB 2, 2e; monogr.] II-1
broodje kadetje: Rond, soms met krenten.  kadetjes (Ubachsberg), pistoletje: Ovaal  pistoleetjes (Ubachsberg) Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodkar bakkerskar: bɛkǝškar (Ubachsberg) Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.] II-1