e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289a plaats=Hushoven

Overzicht

Gevonden: 1999
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bombazijn bombazijn: bǫmǝzin (Hushoven) Sterk weefsel, thans van katoen, of met linnen ketting en katoenen inslag, aan de achterzijde geruwd, veel gebruikt voor voering, werkmansondergoed enz., vaak verward met pilo (Van Dale, pag. 402). [N 62, 93b; N 62, 89c; MW; monogr.] II-7
bomijs bol ijs: bool ijs (Hushoven) ijs waaronder het water is weggelopen [DC 32 (1960)] III-4-4
bonenkruid bonenkruid: boeënekroêt (Hushoven), bonenkruidje: boeënekruutje (Hushoven) bonenkruid || toekruid gebruikt bij het eten van tuinbonen, bonenkruid I-7, III-2-3
bonte kraai grijze kraai: gries krej (Hushoven), grieze krei (Hushoven) Hoe heet de bonte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai, bonte — III-4-1
bood giftig: giftig (Hushoven) nijdig, kwaad III-1-4
boodschappenmand boodschappenmand: buǝtsxapǝmaŋ (Hushoven) Hengselmand waarmee de boodschappen worden gedaan. [N 20, 50; N 40, 111; N 40, 113; N 40, add.; monogr.] II-12
boom (alg.) boom: boûm (Hushoven) boom III-4-3
boomgaard bongerd: bôngert (Hushoven) boomgaard I-7
boomkruiper boomlopertje: boumluiperke (Hushoven) boomkruiper III-4-1
boomleeuwerik grasliewerk: grasleewerk (Hushoven), heiliewerk: hejlieëwêrrek (Hushoven) boomleeuwerik || Hoe heet de boomleeuwerik? [DC 06 (1938)] III-4-1