e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondigse kléjer (Belfeld) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonde zonde: zung (Belfeld) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zung (Belfeld) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zoom zoom: zǫwm (Belfeld) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon zoon: zoon (Belfeld) zoon [SGV (1914)] III-2-2
zout zout: sāt (Belfeld) zout [DC 03 (1934)] III-2-3
zout in het vuur gooien zouten: zātǝ (Belfeld) Bij de fabricage van gresbuizen wordt een kleisoort gebruikt die bij hogere temperatuur bakt dan rivier- en zeeklei. Wanneer de buizen gebakken zijn, wordt door de controlegaten keukenzout in de oven gebracht dat bij deze hogere temperatuur ontleed wordt in natrium en chloor. Het chloor ontwijkt als gas en het natrium gaat een verbinding aan met het buitenste kleilaagje. Na afkoeling ontstaat op deze wijze op de buiswanden een glasachtig oppervlak, de zgn. ɛglazuurlaagɛ.' [monogr.] II-8
zuchten zuchten: zuchte (Belfeld) zuchten [snokke] [N 10 (1961)] III-1-4
zuigen zuigen: suuge (Belfeld) zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuinig zuinig: zunig (Belfeld) zuinig [SGV (1914)] III-3-1