e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L297p plaats=Belfeld

Overzicht

Gevonden: 1933
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zure oprisping zuur: t zoer (Belfeld), t zoer kump miek op (Belfeld) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuster zuster: zuster (Belfeld) zuster [haar] [SGV (1914)] III-2-2
zuur oprispen opkomen, het zuur komt mij op: t zoer kump miek op (Belfeld) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuurdeeg maken zuurdeeg derindoen: zurdēx dren dōn (Belfeld) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurkool zuurmoes: zoermoos (Belfeld), zoe’rmoos (Belfeld) zuurkool [SGV (1914)] || Zuurkool (zoerkolle, suuremoes?) [N 16 (1962)] III-2-3
zwaaien lawaai maken: lawei make (Belfeld) zwaaien [SGV (1914)] III-1-2
zwaard sabel: zabel (Belfeld) zwaard (wapen) [SGV (1914)] III-3-1
zwager zwager: zjwoager (Belfeld) schoonbroeder [SGV (1914)] III-2-2
zwart pak gekleed pak: gekleid pak (Belfeld) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] III-1-3
zwarte kraai, kraai kraai: krei (Belfeld), raaf: raaf (Belfeld) kraai [SGV (1914)] III-4-1