e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L322a plaats=Nunhem

Overzicht

Gevonden: 3136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bevallen bevallen: bevalle (Nunhem) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevel bevel: bevel (Nunhem, ... ) een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevelen bevelen: bevaele (Nunhem, ... ) iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
beweeglijk rondlopen rondjatsen: roondjjoetse (Nunhem) lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)] III-1-2
bewerkelijk werk monnikenwerk: munnikewerk (Nunhem) niet eenvoudig wat de bewerking betreft, veel tijd eisend [ruizig] [N 85 (1981)] III-1-4
bewolking de lucht is bewolkt: de locht is bewolikjt (Nunhem) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bezadigd gemoedereerd: gemoedereerd (Nunhem) zeer kalm [bezadigd, bedaard, gemoedereerd] [N 85 (1981)] III-1-4
bezig bezig: bezig (Nunhem), doende: doondje (Nunhem) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezeuk (Nunhem) de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken krankenbezoek (zn.): kranke-bezeuk (Nunhem) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1