e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

Gevonden: 3038
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beuk beuk: b‧ø̄k (Meeswijk) beuk III-4-3
bevend schudden met de huid (zich) schudden: šødǝ (Meeswijk), (zich) schuiveren: šuvǝrǝ (Meeswijk) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevruchten treden: trē.i̯ǝ (Meeswijk) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewolkte lucht bewolkte hemel: boven a van stare een bolletje  dən īməl eͅs bewouk, də zy(3)̄s Yeͅin starə (Meeswijk), bewolkte lucht: boven a in stare een bolletje  də loͅx eͅs bewouk, də zy(3)̄s Yeͅin starə (Meeswijk), de lucht is toe: bolletje op de a van star  də loͅx es toͅw, də zy(3)̄s Yeͅineͅin star (Meeswijk), toe hemel: bolletje op de a van star  dən īməl es toͅw, də zy(3)̄s Yeͅineͅin star (Meeswijk) Bewolkt. Hoe zegt men in uw dialect: de lucht, de hemel is bewolkt, je ziet geen sterren. [ZND 49 (1958)] III-4-4
bezem bessem: bɛsǝm (Meeswijk), bezem: bɛsəm (Meeswijk) bezem || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezig bezig: bééZəch (Meeswijk) bezig; werkzaam aan iets III-1-4
bidprentje doodsbeeldje: dôedzbeelt’ə (Meeswijk) bidprentje III-2-2
bier bier: bē‧r (Meeswijk), bock: bok (Meeswijk) bier || blond bier III-2-3
bies duiveltje: luzula; syn.: kamke  dyvəlkə (Meeswijk), kammetje: syn. duivelke; luzula  kɛmkə (Meeswijk) veldbies, bloem III-4-3
biestmelk biest: bīs (Meeswijk) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11