e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K315p plaats=Oostham

Overzicht

Gevonden: 2157
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeven met de handzeef ziften: zeftǝ (Oostham) Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4
zich bemoeien met moeien: mojən (Oostham) ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)] III-3-1
zich inbeelden denken: ook materiaal znd 27, 39  denken (Oostham), hem inbeelden: ook materiaal znd 27, 39  həm inbelden (Oostham) inbeelden [ZND 01 (1922)] III-1-4
zich over de rug wentelen (zich) wendelen: węndǝlǝn (Oostham) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zicht pik: pek (Oostham) Korte zeis die met één hand gehanteerd wordt en gebruikt wordt voor het maaien van rogge, tarwe, haver, gerst, enzovoorts. Zie de algemene toelichting bij paragraaf 4.2 over het maaien en afbeelding 5. Op de semasiologische kaart 30 zijn de gebieden met pik in de betekenis "zicht" van kaart 29 en met pik in de betekenis "mathaak" van kaart 33 bijeengezet. [N 18, 70; JG 1a, 1b, 2c; Goossens 1963, krt. 28; A 14, 7; A 23, 16.2; L 45, 7; Gwn 7, 4; div.; monogr.; add. uit N 11, 88; N 14, 131; N 15, 16a; N 18, 71; A 4, 28; A 14, 10; L 20, 28; L 42, 46; L 48, 34; Lu 1, 16.2 ; Lu 2, 34.2; Wi 51] I-4
ziek ziek: zik (Oostham) ziek [ZND 08 (1925)] III-1-2
ziekte ziekte: di ziktə gō føt (Oostham), ziktə (Oostham) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] || ziekte [ZND 08 (1925)] III-1-2
zien, kijken kijken: kieëken (Oostham), komen: kōmen (Oostham), zien: zien (Oostham), zīn (Oostham) kijken [ZND 25 (1937)], [ZND m] || zien [RND] III-1-1, III-1-2
zijde zij: zē (Oostham), zij (Oostham), zij(de): zij(de) (Oostham), zē̜ (Oostham) de heup (zijde van het lichaam) [ZND 26 (1937)] || Hij heeft pijn in zijn zijde. [ZND 08 (1925)] || Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] II-7, III-1-1
zijde spek vierels: vjeͅrəls (Oostham) zijde spek [Goossens 1b (1960)] III-2-3