e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeef sieb (d.): zīp (Chèvremont), zift: zef (Chèvremont), zij: zeͅi̯ (Chèvremont) zeef III-2-1
zeemlap leer: lēr (Chèvremont), vensterleer: venstərlēr (Chèvremont) leer (om ramen te wassen) || zeemleer III-2-1
zeepsop luter: lyətər (Chèvremont), zepenluter: zēfəlyətər (Chèvremont) zeepsop III-2-1
zeer warm weer hits: hits (Chèvremont), hitste: hits⁄de (Chèvremont) hitte, warmte III-4-4
zetlat gradenlats: jrādǝlats (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Een gerende lat die bij de aanleg van steengangen of galerijen op het bestaande gedeelte van het spoor wordt gelegd om op deze wijze te bepalen of men niet van het hellingspercentage afwijkt. Volgens een invuller uit Q 121 had de zetlat een lengte van 3.00 m. Hij werd reeds vooraf in de timmerwerkplaats gemaakt. Nadat de moetlijn was ingevoerd, gebruikte men de zetlat nog maar weinig. [N 95, 706] II-5
zetspie hering: hīǝreŋ (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Spiekrik waarmee een metalen stijl, bijvoorbeeld een Gutehoffnungshüttestijl, tussen dak en vloer vastgeklemd kan worden. De woordtypen die verwijzen naar een vis zijn terug te voeren op het feit dat de spie een visvormig uiterlijk heeft (Lochtman pag. 83). [N 95, 345; N 95, 760 add.; monogr.; N 95, add.] II-5
zeven sieben (d.): zībə (Chèvremont), zeven: zēvə (Chèvremont), ziften: zeftə (Chèvremont), zijen: zeͅi̯ə (Chèvremont) zeven III-2-1
zeverij zeverij: zevǝręj (Chevremont  [(Julia)]   [Zwartberg, Waterschei]) Plaats waar de kolen gezeefd worden. [N 95, 14; monogr.] II-5
zich gedragen zich benehmen (< du.): ziech beneëme (Chèvremont), zich gedragen: jedra’ge, ziech (Chèvremont), zich opvoeren: ópveure, ziech (Chèvremont), zich verhouden: verhaode, ziech (Chèvremont) zich gedragen III-1-4
zich inbeelden zich inbeelden: i’bilde, ziech (Chèvremont) zich verbeelden, zich inbeelden III-1-4