e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L363p plaats=Ellikom

Overzicht

Gevonden: 1613
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
driehoekige eg driekantige [eg]: drikɛ.ntegǝ [eg] (Ellikom) De houten, later ijzeren, driehoekige eg, zoals voorgesteld door de afb. 51, 52 en 56. Voor welk werk de driehoekige eg gebruikt werd, is hier niet aangegeven. Daarvoor zie men de lemmata ''zaadeg''en ''onkruideg''. In de woordtypen van dit lemma vertegenwoordigt het lid drie ook dialectvarianten van het type drij. Voor het woord(deel) ''eg'' resp. ''eg'' zie men de toelichting bij het lemma ''eg''. [JG 1a; A 13, 16b add.; N 11, 70 + 72 add.; N J, 10 add.; div.; monogr.] I-2
driekleurig viooltje viooltje: vijuul, dim, vejiêlke (Ellikom) viool III-4-3
drinken drinken: dreͅŋkə (Ellikom) drinken [ZND m] III-2-3
drinkglas glas: glaas (Ellikom, ... ), glās (Ellikom, ... ) drinkglas || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
drinkglas met voet kappertje: Vèè bestöldzjen òs èè kepperke ruje wi-jn bi-j het ète  kepperke (Ellikom), roemertje: Vèè bestöldzjen òs allebei èè riêmerke ruje wi-jn  riêmerke (Ellikom) klein glas, al dan niet op voet, met als inhoud kwart liter || roemertje III-2-1
dronken zat: zaat (Ellikom), De zate (of zaje) kluut zag hiêl filosufisch: es ich zaat bön, zi-jt det ederein, en es ich dorst höb, zi-jt det neme(s) Zuu zaat wie èè knòn(of wi-j eine Zwitser) Zuu zaat es ein snep:(omdat een snip zigzaggend van de grond opvliegt) Neet te laat en neet te zaat Eine zaje patat: een dronkenlap  zaat (Ellikom), een verb. vorm van zaat  zaai (Ellikom) bedronken || dronken III-2-3
droogstaan droogstaan: (de koe) stɛi̯ drīx (Ellikom) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
drop klis: klis (Ellikom), klisduiveltje: klisdi-jvelke (Ellikom) kalissedropje || zoethout en drop III-2-3
dropwater kliswater: Inne zumer moke vèè òs möt wat stèèfkes klis ein lekker fles kliswater Fr. réglisse: zoethout  kliswater (Ellikom) dropwater III-2-3
druilerig en koud weer bijzig: bi-jzig (Ellikom), nat (weer): Zegsw. "Ich hauw gèè driêg of gèè naat aan mee li-jf"= ik was doornat. Weerspreuk: "Is Mei keel en naat, brèngt hèè kuren in het vaat".  naat (Ellikom), natsig (weer): zelfst.nw.: naatsigheid of natigheid. Opm.: deze vorm op "-sig"komt vaker voor in het Br. dialect.  naatsig (Ellikom) nat || nattig, vochtig || regenachtig III-4-4