e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dwarsdrijver warsdrijver: wiäschdriever (Rimburg) dwarsdrijver [SGV (1914)] III-1-4
echtgenoot man: man (Rimburg) [haar ~ en haar kinderen] [SGV (1914)] III-2-2
eed eed: äd (Rimburg) eed [SGV (1914)] III-3-1
eekhoorn eekhoorntje: äkkörke (Rimburg) eekhorentje [SGV (1914)] III-4-2
eelt, eeltknobbel eelt: eelt (Rimburg), eeltknobbel: eeltknoebel (Rimburg), kwert: kwäte (Rimburg), zwel: zwiele (Rimburg) eelt, eeltknobbel [SGV (1914)] || eelt, eeltknobbel [zweel, zweil, weer, jelt] [N 10a (1961)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat wrattel: vratǝl (Rimburg) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een borrel drinken pitsen: pitsje (Rimburg) jenever drinken; Hoe noemt U: Jenever drinken (proeven, likken) [N 80 (1980)] III-2-3
een huis huren pachten: paxtə (Rimburg) huren [SGV (1914)] III-2-1
een lelijk gezicht trekken een vies gezicht trekken: ee viez gezich trekke (Rimburg) grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)] III-1-4
een ziekte onder de leden hebben een krankheid onder de glieder (du.) hebben: hea hat ing krankheet onger de glidder (Rimburg) ziekte onder de leden hebben [N 10 (1961)] III-1-2