e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L424p plaats=Meeswijk

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilg (alg.) wijde: Ein wie (Meeswijk), (omgespeld)  wēͅj (Meeswijk), salix alba  wej (Meeswijk) de wilg [Lk 6 (1953)] || wilg [ZND 14 (1926)] III-4-3
wilgenkatje kat: k‧at (Meeswijk) katje, bloeiwiujze van els, enz. III-4-3
wilgenroosje wilde floks: epilobium angustifolium  weljfloks (Meeswijk) wilgenroosje III-4-3
wilgensoorten broekwijde: brōkwej (Meeswijk) wilg, soort III-4-3
wilgenteen wishout: wesoͅu̯t (Meeswijk) tenenhout III-4-3
willen willen: willə (Meeswijk) willen III-1-4
wimpel wimpel: wimpel (Meeswijk) een lange smalle vlag [wimpel, vleugel] [N 90 (1982)] III-3-1
windzuiger windschepper: węi̯njtjšø̜pǝr (Meeswijk), windzuiker: węi̯njtj˲zykǝr (Meeswijk) Paard dat zich bijv. op de rand van een deur of voerbak vastklemt en met een klokkend geluid lucht naar binnen zuigt, die in de plaats van in de longen in de maag terechtkomt. Door te veel lucht in de maag kan het koliek (zie het lemma ''buikkrampen'' (7.4)) krijgen. [JG 1a, 1b; N 8, 62q, 84f en 85; A 48A, 41b en 41c] I-9
winkelhaak winkelhaak: Ss. sub haak (p. 244). Ss. sub winkel (p. 755).  weŋkəl+ōͅ:k (Meeswijk) winkelhaak III-1-3
winterkoninkje winterkoninkje: weͅnjtjərkø̄neŋskə (Meeswijk), winjterköninkske (Meeswijk) winterkoning || winterkoning (9,5 overal bekend; klein beweeglijk bruin bolletje met opstaand wiebelstaartje; maakt bolnest met zijopening; veel jongen; zang leuk liedje, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1