e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L321a plaats=Ittervoort

Overzicht

Gevonden: 2402
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buurten buurten: buurte (Ittervoort) de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] III-3-1
calèche calche (fr.): calesch (Ittervoort) een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)] III-3-1
cariës wolf: wolf (Ittervoort) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] III-1-2
carnavalsoptocht optocht: optocht (Ittervoort) De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)] III-3-2
castagnetten kleppers: klepper (Ittervoort) De twee bolletjes van hout of ivoor die men aan de vingers bindt en tegen elkaar slaat [klepperkens, klepper, castagnetten]. [N 90 (1982)] III-3-2
cervelaatworst droogworst: braadworst, gedroogd  druègwoost (Ittervoort) droogworst [N 06 (1960)] III-2-3
chagrijn chagrijn: chagrijn (Ittervoort) een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)] III-1-4
cichorei cichorei: cichorei (Ittervoort, ... ) cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
circus cirque (fr.): cirk (Ittervoort) Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring cirkel: cirkel (Ittervoort), ring: rink (Ittervoort) de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] III-4-4