e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bemelen

Overzicht

Gevonden: 370
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werk (zn) werk: werrek (Bemelen) werk; ben je klaar met je -? [DC 03 (1934)] III-3-1
werkdag werkdag: waerdigsekléjer (Bemelen) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-3-1
wervel wervel: vęlgǝr (Bemelen), welvǝr (Bemelen) Blokje hout, dat draaibaar om een spijker op de kozijnstijl is aangebracht en dient om deuren van kastjes en schuurtjes gesloten te houden. In het gebied rond Weert werd het ook voor vensterluiken gebruikt. Zie ook 'Limburgs Idioticon', pag. 291, s.v. 'wölverke', het, ø̄Nachtslotje. 't Is de kantuitspraak van wervelke. Geh. St-Truiden.ø̄ [A 27, 32a-b; monogr.] II-9
wiel rad: rāt (Bemelen) Algemene benaming voor het wiel van een kar of een wagen. De karren en wagens hebben aanvankelijk houten wielen met daarrond een ijzeren band, om slijtage tegen te gaan. Na de tweede wereldoorlog werden deze houten wielen geleidelijk aan vervangen door wielen met luchtbanden. Afhankelijk van de omtrek heeft een wiel tien tot veertien spaken. [N 17, 57a-b + add; N 18, 99 + add; N G, 4; JG 1a + 1b; Gi 1,1; L 20, 21; L 38, 41; A 2, 60; A 4, 21; A 43, 1a-b; Wi 5; S 29; monogr.] I-13
wigvormig sluithout pin: pen (Bemelen) Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46] I-6
wijde regenmantel zonder mouwen cape (eng.): keep (Bemelen) regenmantel, wijde ~ zonder mouwen [keep] [N 23 (1964)] III-1-3
wilg (alg.) wijde: -  weije (Bemelen) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
wimper plimp: plùmp (Bemelen) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
winterkleren winterkleren: winter kléjer (Bemelen) winterkleren [N 23 (1964)] III-1-3
witte kool kabots: kaboetsche (Bemelen), wit moes: wiet moos (Bemelen) witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7