e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuigkanaal verbinding: vǝrbenjeŋ (Lutterade  [(Maurits)]   [Domaniale]) Verbinding van de hoofdventilator met de uittrekkende schacht. Doordat de hoofdventilator de verbruikte lucht uit de mijn zuigt, ontstaat er een onderdruk in de mijn waardoor de verse lucht door de intrekkende schacht blijft toestromen. [N 95, 209] II-5
zuinig scherp: scherp (Lutterade) zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zure haring zure haring: zoere hàering (Lutterade), is geen rolmops  zoeren haering (Lutterade) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zuster begijn: begien (Lutterade), zuster: zöster (Lutterade) Een lid van een vrouwelijke geestelijke orde, zuster, non [zuster, non, maseur, begijn]. [N 96D (1989)] || zuster [haar] [SGV (1914)] III-2-2, III-3-3
zuurdeeg maken desemen: dęjsǝmǝ (Lutterade) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurkool zuurmoes: zoermoos (Lutterade) zuurkool [SGV (1914)] III-2-3
zwaaien zwingelen: zjwingele (Lutterade) Zwaaien: (langzaam) ritmisch heen en weer bewegen, bijv. met de armen (scharrewarren, scharmaaien, zwingelen). [N 84 (1981)] III-1-2
zwaaien met het wierookvat bewieroken: bewierouke (Lutterade) (met) het wierookvat zwaaien. [N 96B (1989)] III-3-3
zwaard zwaard: schwêrd (Lutterade) zwaard (wapen) [SGV (1914)] III-3-1
zwager zwager: zwoager (Lutterade) schoonbroeder [SGV (1914)] III-2-2