e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=K353p plaats=Tessenderlo

Overzicht

Gevonden: 5327
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte bes jeneverbezien: jeneverbezië (Tessenderlo), sint-jansbessen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  sint-janzbēzən (Tessenderlo), zwarte beren: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  zwerte bērə (Tessenderlo) zwarte aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
zwarte bladluis bladluis: bladlowes (Tessenderlo) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] III-4-2
zwarte gebreide dameskous vrouwluikous: vrelikøͅsə (Tessenderlo), vrelliekèùse (Tessenderlo) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte koe zwarte: zwɛtǝ (Tessenderlo) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 129] I-11
zwarte koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Tessenderlo) [N 3A, 130a] I-11
zwarte kraai, kraai kraai: kraai (Tessenderlo), kroie (Tessenderlo), krōͅi̯ (Tessenderlo), geen fon.doc.  kraai (Tessenderlo) kraai [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-1
zwarte meisjesmuts met ingewerkte bloemen capeline (fr.): [sic; =N25,040]  kaplin (Tessenderlo) meisjesmuts, zwarte ~ met ingewerkte bloemen aan de voorkant en linten op de rug [kornetmuts] [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte muts? kornet (<fr.): koͅrnet (Tessenderlo) muts, zwarte ~ {afb} [N 25 (1964)] III-1-3
zwarte nachtschade nachtschaal: naxtsxǭǝl (Tessenderlo) Solanum nigrum L. subsp. nigrum. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in moestuinen en open bermen met witte stervormige bloempjes en giftige zaden in de vorm van zwarte (rijpe) of groene tot gele (onrijpe) bessen of bolletjes. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 5 tot 60 cm. Het type wiemelen is een variant van ɛwiemerenɛ, uit ɛwijn-berenɛ, "aalbessen". Bij tinkruid wordt opgemerkt: "men schuurt er tin mee". [JG 1a, 1b, 2c; A 43, 10; A 60A, 69; monogr.] I-5
zwartmiddel zwarte verf: zwętǝ vɛrf (Tessenderlo) Het middel dat men gebruikt om het leer een zwarte glans te geven. Het betreft hier benamingen voor middelen die niet alle inhoudelijk precies gelijk zijn. Sommige werden vroeger gebruikt, andere zijn modern. [N 36, 46] II-10