25946 |
molenaar |
molenaar:
mø̜lǝndǝr (Q259p Lontzen)
|
[N O, 40a; A 42A, 49; JG 1a; JG 1b; l 1a-m; S 24; Wi 53; Sche 7; Vds 264; Jan 285; Coe 234; Grof 261; monogr.; Vld]
II-3
|
32856 |
molshoop in het grasland |
moutheuvel:
moǝthø̜vǝl (Q259p Lontzen
[(betekent ook 'mol')]
)
|
Hoopje aarde, opgeworpen door een mol. Op de cultuurgronden en ook in het weiland zijn molshopen hinderlijk voor de boer, en hij zal proberen de mollen te vangen en de molshopen in het veld te verwijderen met de sleep (zie het lemma ''slepen'' in aflevering I.1.2, p. 175-176) of met een ander werktuig (zie het volgende lemma: ''molshopen verspreiden''). De benaming van de molshoop is vaak in het meervoud opgegeven. Daarom zijn bij de onderstaande woorden overal waar in de enquêtes door de informanten ook de meervoudsvormen zijn vermeld, deze hier ook opgenomen. In enkele streken worden de molshoop en de mol door hetzelfde woord benoemd. Daarom is in deze paragraaf ook het lemma ''mol'' opgenomen. De plaatsen waar de woorden voor mol en molshoop hetzelfde zijn, zijn hieronder gekenmerkt door het teken = bij de plaatscode; ze zijn in kaart 3, Mol, genoteerd.' [N 14, 80a; N 14, 81 add.; JG 1a, 1b, 1c; A 18, 12; L 1 a-m; L 1u, 165; L B2, 212; S 24, monogr.]
I-3
|
21598 |
mompelen |
slechte laune (du.) hebben:
slähte laune han (Q259p Lontzen)
|
Hoe noemt men binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
17758 |
mond |
mond:
jruuete mond (Q259p Lontzen),
mo.nt (Q259p Lontzen)
|
een grote mond [ZND 31 (1939)] || mond [RND]
III-1-1
|
25063 |
mondvol |
mondvol:
ne moffel afbiete (Q259p Lontzen)
|
hap (mondvol) (afbijten) [ZND 32 (1939)]
III-4-4
|
20839 |
mosterd |
mosterd:
mossterd (Q259p Lontzen)
|
mosterd [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
24355 |
mot |
mot:
ook in ZND 31, 038
mot (Q259p Lontzen)
|
mot [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
21263 |
motor |
moter:
mo.tər (Q259p Lontzen)
|
motor [RND]
III-3-1
|
18264 |
mouw |
mouw:
moow, e möjke (Q259p Lontzen),
twej moowe (Q259p Lontzen)
|
een mouw, een mouwtje [ZND 31 (1939)] || mouw (meervoud) [ZND 31 (1939)]
III-1-3
|
18418 |
muts: algemeen |
kap:
kap (Q259p Lontzen),
muts:
møtš (Q259p Lontzen)
|
pet, muts, klak [RND]
III-1-3
|