e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balletje bij het bikkelen bal: baal (Montzen), bal (Amby, ... ), steeds een gummibal  bal (Tegelen), balletje: baləkə (Lummen), baləʔə (Kwaadmechelen), belke (Gronsveld, ... ), belkə (Maaseik), beͅlkə (Schimmert), beͅləkə (Borgloon, ... ), bɛlkə (Kerkrade, ... ), bɛləkə (Diepenbeek, ... ), bikkel: bikkel (Leunen, ... ), bikkelaar: bikkelaer (Sittard), bikkelebal: bigələbal (Sint-Truiden), bolletje: bøͅləkə (Beverst), buut: buut (Weert, ... ), dikke huif: dieke huib (Eijsden), huif: heuf (Maastricht), huif (Maastricht, ... ), huuf (Klimmen, ... ), hy(3)̄f (Tungelroy), uuf (Stein), van steen  huuf (Gulpen), kaats: kaats (Haelen, ... ), kaatsj (Bleijerheide), kats (Meijel), kātsj (Bleijerheide), kaatseballetje: kaatsebelke (Ell), kaatsel: kaatsjel (Schin-op-Geul), kojetsjel (Rijckholt), kabas: kabas (Hasselt), ketsbal: ketsbal (Helden/Everlo), klets: klets (Kuringen), knikker: knikker (Tungelroy), kootjesballetje: kyøtjəsbeͅlkə (Tegelen), kuilenkloot: indien het een grote knikker was; anders een balletje  koeleklooat (Leuken), WNT: kul, Mnl. cul. Wanneer de onder 2) genoemde bet. de oorspronkelijke is, zal het woord wel van fr. couille afkomstig zijn.  koelekloet (Weert), kuls: kuāls (Neer), køͅls (Blerick, ... ), maai: mēə (Borgloon), miə (Zepperen), maal: maal (Tungelroy, ... ), marbel: van glas  malber (Gulpen), marmel: marmel (Thorn), marməl (Maaseik), marvel: was van steen  mervel (Stevensweert), marveltje: mervelke (Thorn), meis: meͅisj (Sittard), prikbal: prikbaal (Schin-op-Geul), prikbal (Klimmen), een rubberen kaatsbal of een zelfgemaakte bal van oude wollen lappen met een gebreid netje errond  prikbal (Ulestraten), gummibal  prikbol (Ubachsberg), kleine kaatsbal  prikbal (Ten-Esschen/Weustenrade), prikballetje: stoffen bal  prekbɛlkə (Stein), prikbolletje: kaatsbal van gummi  prekbøͅlkə (Heerlen), prikkebal: prekəbal (Bree), prikkebal (Neeritter), schimmel: schummel (Mechelen), stuiter: stuiter (Velden, ... ), stüter (Venlo), stuitertje: sjtuiterke (Guttecoven), windbal: winjdbal (Neeritter) Het balletje of de knikker. [N R (1968)] || Stuiter; knikker, dient om te "biggelen"(meisjesspel). III-3-2